Paragraaf B Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing gaat in op de risico’s, de bijbehorende beheersmaatregelen en de mate waarin de gemeente voldoende buffer heeft om risico’s af te dekken. In de nota weerstandsvermogen en risicobeheersing (2018) is het beleid vastgelegd dat de basis vormt voor de gevolgde werkwijze.

Door de complexe samenleving, de veelzijdige gemeentelijke activiteiten en veranderingen in wet- en regelgeving lopen gemeenten veel risico’s. Risico’s zijn onvermijdelijk, maar kunnen wel worden beheerst. De gemeente beschikt over vrij aanwendbare middelen die, indien nodig, worden ingezet om tegenvallers op te vangen. De zogeheten weerstandscapaciteit.

De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door de financiële omvang van de gemeentelijke risico’s te vermenigvuldigen met de ingeschatte kans dat deze risico’s zich ook echt gaan voordoen. De verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit bepaalt of de gemeente voldoende weerstandsvermogen heeft.

Bestuurlijke informatievoorziening

Terug naar navigatie - Bestuurlijke informatievoorziening

In de belangrijkste planning en control-documenten (kadernota, begroting en jaarrekening) treft u altijd een geactualiseerd overzicht van de belangrijkste risico’s en een analyse van het weerstandsvermogen aan. Het betreft de hoofdlijnen van de risicobeheersing. Door de wetgever, de toezichthouder en de raad wordt in toenemende mate belang gehecht aan risicobeheersing.

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's

Risico inventarisatie jaarrekening 2022 (actuele risico's)
Gedurende het jaar krijgt risicobeheersing doorlopend aandacht. In het overzicht van de risico’s zijn de 10 grootste risico’s qua omvang opgenomen, waaronder ook de verzamelde risico’s van de verbonden partijen. Deze hebben direct gevolgen voor de financiën van onze gemeente. In deze jaarrekening betreft het een overzicht van de actuele risico’s, waarvoor op het moment van opstellen weerstandscapaciteit nodig is. Zo kan worden bepaald wat het actuele weerstandsvermogen is.

Risico's - Top 10 S / I Max kosten bij gevolg Kans op gevolg Benodigde capaciteit
bedragen x € 1.000 Beheersmaatregelen
Grondexploitaties
1. MPG2023 Bij de actualisatie van het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties (MPG) zijn 15 risico’s met mogelijke financiële consequenties gedefinieerd en gewogen. Het aantal risico’s is toegenomen doordat de uitvoering van enkele projecten in een vervolgfase is gekomen. Doordat beter zicht is gekomen op de uitvoering kunnen de risico's ook beter worden ingeschat en kunnen gerichte beheersmaatregelen worden ingezet. I 4.739 div. 1.530 Diverse beheersmaatregelen zijn van toepassing, deze zijn per grondexploitatie geïnventariseerd.
Algemene uitkering / Middelen
2. Terugval omvang algemene uitkering Vanaf 2026 is de omvang van het gemeentefonds en daarmee van de algemene uitkering fors lager. Dit betekent dat gemeenten een groot tekort in de meerjarenraming hebben. Dit staat inmiddels bekend als het "ravijn". S 3.600 10% 360 In afwachting van nadere afspraken tussen Rijk en VNG wordt rekening gehouden met scenario's voor het geval compensatie slechts tijdelijk of niet volledig plaatsvindt.
3. Loon- en prijsontwikkeling: De loon- en prijsontwikkelingen die zich daadwerkelijk voordoen, sluiten niet aan bij de ramingen in de begroting. Kostenverhogingen kunnen niet altijd worden gecompenseerd met verhoging van de baten. S 1.000 50% 500 Op diverse wijzen wordt getracht dit risico te beperken. Onder meer door heldere afspraken in contracten en subsidies, tijdige bijstelling van budgetten, waar mogelijk doorberekenen van kostenstijgingen etc.
4. Renteontwikkeling De stijgende rente heeft gevolgen voor de lasten van nog af te sluiten leningen. De omvang van het investeringsprogramma betekent dat zeer waarschijnlijk in 2023 al een lening nodig is. Er is rekening gehouden met 3% rente voor een lening van 20 miljoen. Het risico gaat uit van 4%. S 200 75% 150 Afspraken maken met de BNG, de renteontwikkeling volgen, waar mogelijk alternatieve financiering zoeken.
Ruimtelijk domein
5. Grote projecten Buitenruimte Kosten kunnen aanzienlijk oplopen in verband met marktwerking bij aanbestedingen en tijdens de uitvoering van projecten. Ook de planning van projecten is een risico. We hebben gezien dat de prijzen en levertijden van allerlei grondstoffen en materialen blijven stijgen. Het zijn inmiddels forse prijsstijgingen en de komende ontwikkeling is niet goed te voorzien. I 3.000 10% 300 Monitoring en waar nodig anticiperen bij opstellen meerjarenplanning herstraten en riolering.
6. Omgevingswet De Omgevingswet vormt de (nieuwe) basis voor een samenhangende benadering van de ‘fysieke’ woon- en leefomgeving. Om de samenhangende benadering verder vorm te geven bevat de wet (nieuwe) instrumenten zoals de Omgevingsvisie, het Omgevingsplan en het Programma. Gemeenten dragen hun eigen invoeringskosten, waaronder investeringen in digitale middelen, veranderkosten, coördinatie en invoeringskosten. Hiervoor zijn in de begroting nog geen extra (incidentele) middelen opgenomen. I 600 25% 150 Wij hebben er in eerste instantie voor gekozen om te voldoen aan het overzicht ‘Minimale acties Omgevingswet’ zoals dat door de VNG is opgesteld. Binnen het bestaande budget van het team Omgevingsloket is ruimte gecreëerd om de minimale acties te kunnen uitvoeren
Sociaal Domein
7. Stijgende vraag zorg Er is (landelijk) sprake van een stijgende vraag naar zorg. Dit heeft effect op zowel de lokale als de regionale budgetten voor jeugdzorg en Wmo. I 300 50% 150 Op basis van monitoring wordt bezien in hoeverre er sprake is van een toename in de zorgvraag. Een incidenteel effect kan hiermee worden opgevangen. Structurele verwerking moet plaatsvinden via een begrotingswijziging 2023 op een later moment.
8. Wmo verordening Mogelijk juridische gevolgen als gevolg van de aanpassing van de verordening voor financiële zelfredzaamheid. Dit versus het abonnementstarief. Het ministerie van Volksgezondheid heeft nog niet besloten of het een streep haalt door de Wmo-regels van een aantal gemeenten. Uit verzet tegen de huidige financiële opzet van de Wet maatschappelijke ondersteuning, weegt het lokale bestuur soms het inkomen mee bij hulpvragen van inwoners. Deze praktijk is in strijd met de wet, stelde de vorige zorgminister Hugo de Jonge. Hij dreigde daarom met ingrijpen. Staatssecretaris Van Ooijen, nu verantwoordelijk voor de Wmo, beraadt zich nog op eventuele bestuurlijke stappen. I 500 50% 250 In afwachting van een eventueel proefproces https://www.gemeente.nu/sociaal/wmo/van-ooijen-wacht-nog-met-ingrijpen-in-wmo-regels/
9. Kosten bijstand De inkomsten van de Specifieke uitkering BUIG (Bundeling Uitkering Inkomensvoorzieningen Gemeenten) laat een grillig verloop zien. Mogelijk wijkt het definitief budget voor 2023 sterk af van het voorlopig budget BUIG en nader voorlopig budget BUIG. S 300 50% 150 Jaarlijks ontvangt de gemeente op 3 momenten een indicatie van het BUIG Budget van het Rijk. Een voorlopig budget, een nader voorlopig budget en een definitief budget. Het is gebruikelijk de opgave van het Rijk te volgen. De bedragen op deze 3 momenten in één begrotingsjaar fluctueren aanzienlijk. Daarnaast is er sprake van extra onzekerheid als gevolg van de nawerking van coronaeffecten. Ook de huidige financiële ontwikkelingen als gevolg van de effecten van de oorlog in Oekraïne en de hoge inflatie wegen mee. Daarom wordt als beheersmaatregel voorgesteld een risico te benoemen in de paragraaf weerstandvermogen.
10. OVA index lokale budgetten In onze begroting 2023 is voor de lokale zorg rekening gehouden met een OVA index van 3,72% in 2023. Op basis van de huidige gegevens van de NZA is het percentage voor 2023 6,36%. S 220 75% 165 De bijzondere situatie op de arbeidsmarkt en het nog steeds hoge ziekteverzuim kunnen er toe leiden dat mede op basis van de verplichtingen uit de AMvB reële prijs de tarieven tussentijds aangepast moeten worden. Hiervoor zal een onafhankelijke toets worden uitgevoerd.
Verbonden partijen
Risico's die geheel of gedeeltelijk afgewend kunnen worden op de gemeente (verbonden partijen). I 8.308 -
Overige risico's
Risico's die niet binnen de top 10 vallen. I/S 2.218 div. 1.292
TOTAAL 24.985 4.997

Terugblik risico's

Terug naar navigatie - Terugblik risico's

Met het vaststellen van de nota weerstandsvermogen en risicomanagement is afgesproken om bij de jaarrekening ook een terugblik te doen op de risico top 10 zoals opgenomen in de begroting, in dit geval dus de begroting 2022. 

Risico's - Top 10 terugblik S / I Begroting 2022 Jaarrekening 2022
bedragen x € 1.000
1. Grondexploitaties
Bijstelling o.b.v. MPG 2023 naar € 1.430 mln. I 1.630 1.430
2. Grote projecten Buitenruimte
Risico blijft gehandhaafd. I 300 300
3. GR Jeugdhulp Rijnmond
Kostenontwikkeling: Dit risico is deels vervallen. De afwikkeling van de afschaffing van de vlaktakssystematiek per 01-01-2023 heeft in 2022 plaatsgevonden. Onze begroting is structureel aangepast aan de berekende prognose voor de daadwerkelijke uitgaven in de 11M rapportage 2022 van de GRJR. Er is echter op basis van de rekeningcijfers 2022 van de GRJR wel sprake van een tekort in 2022. Dit is onderdeel van onze jaarrekening. Structurele aanpassing vindt plaats op een later moment (na vaststelling van de 1e BGW 2023 GRJR) I/S 293 25
Wachtlijstproblematiek Dit risico is deels vervallen. Aanvullende (lokale) maatregelen voor het verminderen van de wachtlijsten zijn ingezet. Het effect van de wachtlijst-problematiek zal wel incidenteel zijn, maar duurt langer dan 2 jaar. I 225 100
Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling: De OVA index stijgt mogelijk harder dan waar rekening mee is gehouden in de ontwerpbegroting 2023. Ook irt nieuwe CAO Jeugd. I 200 75
4. Algemene uitkering
Herijking: De gevolgen van de herijking van het gemeentefonds waren voor Krimpen aan den IJssel positief en zijn vanaf 2023 in de begroting verwerkt. S 188 -
Accres: Het accres is verwerkt. S 125 -
Extra middelen Jeugdwet: Risico blijft gehandhaafd. S 101 125
5. Bijdrage Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
De nieuwe verdeling en ontwikkelagenda worden uitgevoerd en zijn financieel verwerkt. S 252 -
6. Omgevingswet
Risico blijft gehandhaafd. S 150 150
7. Implementatie nieuwe taken Sociaal Domein
De gevolgen van het woonplaatsbeginsel zijn gedurende 2022 onderdeel geworden van het takenpakket. Voor de nieuwe taak Wet inburgering komen wij naar verwachting uit met de middelen van het Rijk. Voor de nieuwe taak Beschermd Wonen echter lijken de toegekende middelen van het Rijk meerjarig niet voldoende. Het risico vervalt dan ook niet helemaal. S 150 60
8. Wmo verordening
Dit risico blijft onveranderd van toepassing, gewogen bedrag naar boven bijgesteld. S 150 250
9. Bijstand
De gevolgen van de wijzigingen in de budgetten 2022 zijn onderdeel van de jaarrekening 2022. Echter er is jaarlijks sprake van dit risico, dus blijft dit risico bestaan. S 150 150
10. REMU-claim
Risico blijft gehandhaafd. I 100 100
Risico's verbonden partijen
Risico's die geheel of gedeeltelijk afgewend kunnen worden op de gemeente (verbonden partijen). I 88 97

Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit betreft de middelen waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten te dekken. In hoofdzaak bestaat de weerstandscapaciteit uit drie onderdelen:

•  reserves (eigen vermogen)
•  onbenutte belastingcapaciteit
•  onvoorzien

Reserves
Van de reserves worden de algemene reserve, de algemene reserve grondexploitatie, de vrije reserve en de bestemmingsreserves tot de weerstandscapaciteit gerekend. Van de bestemmingsreserves wordt met name het deel dat verband houdt met benoemde risico’s of nog vrij besteedbaar is meegeteld. Dat wil zeggen dat de benodigde reservemiddelen voor reeds genomen besluiten in principe niet meetellen voor de weerstandscapaciteit.

De algemene reserve heeft als hoofdfunctie het vormen van een buffer vanwege risico’s. In de Nota Reserves en Voorzieningen (raad 30 maart 2023) is vastgelegd dat de algemene reserve een omvang heeft tussen 5% en 10% van het begrotingsvolume. Wanneer het saldo meer dan 10% is, wordt het meerdere naar de vrije reserve overgeheveld. De vrije reserve wordt omgekeerd ook aangesproken wanneer de algemene reserve door de bodem (5%) zakt.

Per 31 december 2022 bedraagt de algemene reserve € 7,5 miljoen en valt daarmee binnen de bandbreedte.

Wanneer bestemmingsreserves een rechtstreekse relatie met benoemde risico’s hebben worden deze reserves eveneens meegeteld als weerstandsvermogen.

Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit heeft betrekking op de vier belangrijkste eigen inkomsten van de gemeente, te weten de OZB, de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de leges (voor zover deze niet al ‘maximaal’ of kostendekkend zijn).

De Onroerend Zaakbelasting is in Krimpen niet gemaximeerd en biedt dus in principe ruimte. Een belangrijk standpunt van de raad en het college is echter dat lastenstijging voor de burger zoveel mogelijk wordt beperkt. Het rekenen met onbenutte belastingmogelijkheden past niet in dat beeld. Daarom is de onbenutte belastingcapaciteit vanwege de OZB op € 0 gesteld. De afvalstoffenheffing en de rioolheffing zijn in Krimpen aan den IJssel 100% kostendekkend. Op deze heffingen is dus geen sprake van onbenutte ruimte.

De onderdekking op de totale leges die de gemeente in rekening brengt is niet eenvoudig in beeld te brengen. Het legespakket is zeer divers en er is nauwelijks op de opbrengsten te sturen. Ook voor dit onderdeel wordt daarom geen onbenutte ruimte meegerekend. Evenmin gebeurt dat voor de begraafrechten, de markt- en havengelden. In de paragraaf lokale heffingen wordt op de kostentoerekening en kostendekkendheid van tarieven ingegaan.

Post onvoorziene lasten en saldo begroting
In de begroting wordt een verplichte post voor onvoorziene lasten opgenomen. De omvang van deze post bedraagt €0, conform de Financiële Verordening (artikel 4.2). Het saldo van het jaar 2022 maakt eveneens onderdeel uit van de weerstandscapaciteit.

Berekening weerstandscapaciteit
Op basis van de driedeling die hiervoor is toegelicht is het volgende overzicht van de weerstandscapaciteit opgesteld:

Weerstandscapaciteit 2022
Reserves
Algemene reserve – algemene dienst 6.535
Algemene reserve – grondexploitatie 6.437
Vrije reserve (vrij besteedbaar deel) 686
Subtotaal 13.658
Onbenutte belastingcapaciteit
OZB pm
Rioolrechten
Afvalstoffenheffing
Leges en andere heffingen pm
Subtotaal
Onvoorzien en saldo
Onvoorzien
Saldo rekening 2022 8.674
Saldo begroting 2023 223
Subtotaal 8.897
Totale weerstandscapaciteit 22.555

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Voor de bepaling van het weerstandsvermogen zetten we het totaal aan beschikbare vrije middelen af tegen het totaal aan gekwantificeerde risico’s.

Daarmee is het weerstandsvermogen met 4,51 uitstekend. Bij de begroting 2022 bedroeg de ratio 2,98 en bij de begroting 2023 was deze 5,01. De lichte daling van de ratio komt voornamelijk door hoger risicoprofiel bij de grondexploitaties.

Volgens de nota risicomanagement en weerstandsvermogen is een ratio van minimaal 1,0 acceptabel. Daar zit het nu berekende weerstandsvermogen dus fors boven. De kaders van de algemene reserve:
- Ondergrens is 5% omvang lasten begroting (2023) = 4,54 mln. (of als weerstandsratio onder 1,0 komt)
- Bovengrens is 10% omvang lasten begroting (2023) = 9,08 mln.

De stand van de algemene reserve valt met 7,5 mln. binnen deze kaders, er is geen storting naar of onttrekking van de vrije reserve nodig.

Berekening weerstandsvermogen 2022
Beschikbare weerstandscapaciteit 22.555
Benodigde weerstandscapaciteit 4.997
Weerstandsvermogen 4,51

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

In planning en control documenten wordt altijd aandacht besteed aan de financiële positie. Bij de beoordeling van de financiële positie wordt met de set verplichte kengetallen het inzicht in de financiële positie en de toekomstbestendigheid verbeterd. De kengetallen zijn niet genormeerd, maar vooral bedoeld om de financiële positie voor raadsleden inzichtelijker te maken. Hieronder volgt een korte toelichting op de (berekening van de) kengetallen, een tabel met (meerjarige) uitkomsten en een beoordeling van de onderlinge verhouding in relatie tot de financiële positie.

Netto schuldquote
Deze quote drukt de schulden van de gemeente uit als aandeel van de totale baten in een jaar. Hiermee wordt een indicatie gegeven van de druk vanwege rente en aflossing op de begroting. Omdat de gemeente ook geld doorleent wordt dit kengetal tevens berekend zonder (correctie) verstrekte leningen. De ontwikkeling van de schuldquote wordt beoordeeld met behulp van de daarvoor ontwikkelde scan van de VNG.

Solvabiliteitsratio
Deze ratio betreft de verhouding tussen het eigen vermogen (reserves) en het totale vermogen. De uitkomst geeft aan in hoeverre de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Een hogere ratio duidt op een grotere weerbaarheid.

Grondexploitatie
De ratio voor grondexploitatie wordt berekend door de balanswaarde van de grondposities te delen door het totaal van de jaarlijkse baten. Een hoge uitkomst geeft de indicatie dat de gemeente veel risico loopt wanneer de ontwikkeling van de grondposities achterblijft.

Structurele exploitatieruimte
De begroting dient structureel in evenwicht te zijn. Dit houdt in dat de structurele lasten kunnen worden gedragen door de structurele baten. De indicator structurele begrotingsruimte drukt het structurele saldo uit als aandeel van de totale baten. De uitkomst dient uiteraard positief te zijn en geeft een indicatie van mate waarin de gemeente nog structurele financiële ruimte heeft.

Belastingcapaciteit
Het kengetal belastingcapaciteit bestaat uit een berekening van de totale gemeentelijke woonlasten voor een gezin bij gemiddelde WOZ-waarde, afgezet tegen het landelijk gemiddelde van het voorgaande jaar. De lokale uitkomst geeft aan in hoeverre (positief of negatief) van het gemiddelde wordt afgeweken en geeft dus tevens een indicatie van de wendbaarheid van de begroting door inzet van belastingverhoging als dekkingsmiddel.

Hoewel zoals hiervoor opgemerkt geen normering is vastgesteld, wordt vaak gebruik gemaakt van de volgende signaleringswaarden:

Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C
1.a Netto schuldquote zonder correctie doorgeleende gelden < 90% 90 - 130% > 130%
1.b Netto schuldquote met correctie doorgeleende gelden < 90% 90 - 130% > 130%

2. Solvabiliteitsratio

> 50% 20 - 50% < 20%
3. Grondexploitatie < 20% 20 - 35% > 35%
4. Structurele exploitatieruimte > 0,2% 0 - 0,2% < 0%
5. Belastingcapaciteit < 95% 95 - 105% > 105%

Hierbij geldt dat Categorie A het minst risicovol is en Categorie C het meest. Daarbij is van belang dat de kengetallen vooral in samenhang met elkaar moeten worden beoordeeld.

Duiding uitkomsten kengetallen

Terug naar navigatie - Duiding uitkomsten kengetallen

In de berekeningen van de kengetallen wordt er gebruik gemaakt van balansstanden. Voor de begrotingsjaren wordt er uitgegaan van balansstanden per 1-1 van het betreffende jaar. Voor de jaarrekening 2022 is gebruik gemaakt van de balansstanden per 31-12-2022. In de tabel zijn de kleuren gebruikt uit de tabel met signaleringswaarden.

Kengetallen Rekening 2021 Begroting 2022 Rekening 2022
Netto schuldquote 46,12% 42,73% 37,58%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen 30,40% 26,82% 25,29%
Solvabiliteitsratio 40,44% 45,42% 46,47%
Structurele exploitatieruimte 0,02% 1,52% 5,48%
Grondexploitatie 6,15% 4,88% 7,80%
Belastingcapaciteit 127,84% 124,42% 117,25%

Netto schuldquote
De netto schuldquote is licht gedaald omdat op de bestaande leningen wordt afgelost en in 2022 nog geen nieuwe leningen zijn aangegaan. Bovendien wordt de quote uitgedrukt als percentage van het totaal saldo van de baten, waarin sprake is van een hoger volume vanwege onder andere de opvang van asielzoekers en Oekraïners.

Solvabiliteitsratio
De solvabiliteit is nog steeds goed mede door de Enecoverkoop en het positieve rekeningresultaat. Door de inzet van reserves zal de solvabiliteit de komende jaren waarschijnlijk licht dalen.

Structurele exploitatieruimte
Voor de jaarrekening in 2022 is de structurele exploitatieruimte positief. De voornaamste oorzaak zijn de hogere ontvangsten uit het gemeentefonds, bij de mei- en septembercirculaire. Aan de lastenkant heeft de hoge inflatie waarmee we in 2022 te maken kregen nog maar beperkt effect gehad, doordat op veel uitgaven nog bestaande contracten en afspraken van toepassing waren.

Grondexploitatie
De balanswaarde van de grondposities is beperkt, maar steeg in 2022 door de laatste verwervingen in Centrum-Zuid en de stagnatie van de herontwikkeling Stormpolderdijk. Door de overwegend faciliterende rol van de gemeente blijft dit kengetal echter relatief laag en kan worden gesteld dat de gemeente weinig risico loopt op de grondposities. De prognoses en risico’s van de grondexploitaties zijn in het MeerjarenPerspectief Grondexploitaties geanalyseerd en toegelicht.

Belastingcapaciteit
Het kengetal belastingcapaciteit is in 2022 afgenomen ten opzichte van het landelijke gemiddelde. De oorzaak hiervoor is dat in verband met de 100% kostendekkendheid de verhoging van tarieven voor riool- en afvalstoffenheffing beperkt is. Door de hoogte van de tarieven is de wendbaarheid van de begroting afgenomen.

Conclusie kengetallen
De samenhang en ontwikkeling van de kengetallen zeggen meer dan de absolute uitkomsten.

Het totaalbeeld van 2022 is dat de waarden van kengetallen niet ingrijpend zijn gewijzigd. Met name de structurele exploitatieruimte valt in positieve zin op, maar betreft naar verwachting een eenmalige uitzondering. Daar staat tegenover dat belastingverhoging als middel om structurele tekorten verder terug te dringen nog maar zeer beperkt inzetbaar is. Ondanks de relatief hoge belastingen geven deze kengetallen aan dat de financiële positie van Krimpen gezond kan worden genoemd.