Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De jaarstukken 2022 zijn opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor geeft. Daarbij komt dat de jaarrekening 2022 is opgezet analoog aan de begroting 2022. In deel I wordt de beleidsverantwoording gepresenteerd, waarin voor de beleidsthema’s uit de acht programma’s van de begroting, de 3 W-vragen worden beantwoord: ‘Wat hebben we bereikt?’, ‘Wat hebben we ervoor gedaan?’ en ‘Wat heeft het gekost?’. De beleidsverantwoording over 2022 laat zien dat ondanks corona veel is gedaan om de beoogde doelen te verwezenlijken. De resultaten en de toelichting daarop geven een helder beeld van de verrichte inspanningen en dienen ter verbetering van beleid en uitvoering in de toekomst. In deel II van de jaarstukken wordt de financiële verantwoording over 2022 afgelegd. Door de afrondingen in de tabellen kunnen verschillen ontstaan.

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

Terug naar navigatie - Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

Voor de resultaatbepaling wordt het stelsel van baten en lasten gehanteerd. Dit houdt in, dat de baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Dit uitgangspunt is voor 2022 zoveel mogelijk toegepast. De algemene uitkering is, zoals de commissie BBV heeft voorgeschreven, opgenomen conform de laatste accresmededeling (de septembercirculaire).

De materiële vaste activa (gronden, terreinen, gebouwen etc.) zijn gewaardeerd tegen historische aanschafwaarde, verminderd met de jaarlijkse afschrijvingen. De afschrijvingen geschieden over het algemeen lineair met inachtneming van de verwachte gebruiksduur en over het algemeen op basis van begrote investeringsbedragen. Voor nieuwe investeringen hanteren we de regel dat vanaf het jaar volgend op het jaar van aanschaf of van gereedkomst  afgeschreven wordt.

Voor een aantal activa geldt, dat zij op basis van annuïteiten worden afgeschreven. Voor activa met een waarde lager dan € 25.000 geldt overigens dat deze in het jaar van aanschaf direct (in een keer) worden afgeschreven.

De financiële vaste activa (leningen) zijn voor de nominale waarde op de balans opgenomen. De aandelen daarentegen zijn tegen de verkrijgingspijs op de balans opgenomen. De overige activa en passiva zijn gewaardeerd tegen nominale waarden. De vaste activa sluiten aan met de in het overzicht van activa vermelde bedragen.

De erfpachtgronden zijn gewaardeerd tegen de gekapitaliseerde opbrengstwaarde. Voor nieuw uit te geven erfpachtgronden zal echter de BBV worden gevolgd, zodat die zullen worden gewaardeerd tegen de waarde bij eerste uitgifte of registratie waarde, indien sprake is van eeuwigdurend.
De in exploitatie genomen gronden zijn opgenomen tegen de vervaardigingprijs, inclusief bijgeschreven exploitatiekosten en verminderd met de opbrengst wegens gerealiseerde verkopen.

De in de jaarrekening opgenomen primitieve begrotingscijfers 2022 zijn inclusief de amendementen die samen met de begrotingscijfers 2022 zijn vastgesteld tijdens de raadsvergadering van 4 november 2021.

Vaste activa

Terug naar navigatie - Vaste activa

Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen, die naar verwachting duurzaam zijn. De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in 5 jaar afgeschreven. Afsluitkosten van opgenomen geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.

Materiële vaste activa met economisch nut 
Deze vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Slijtende investeringen worden vanaf het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven in de verwachte levensduur, waarbij geen rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven. Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 25.000 worden direct (in een keer) afgeschreven, uitgezonderd gronden. De niet in exploitatie genomen gronden staan in verband met de BBV voorschriften op de balans onder de materiële vaste activa (MVA) onder strategische gronden. Ook de erfpachtgronden zijn onder de MVA opgenomen. In de nota Vaste Activa die per 1 januari 2018 in werking is getreden heeft de raad vastgelegd wat het beleid is rondom het activeren en afschrijven van investeringen. Hieronder is een lijst met afschrijvingstermijnen voor verschillende categorieën activa opgenomen.

Materiële vaste activa met maatschappelijk nut 
Investeringen met een maatschappelijk nut worden, evenals investeringen met een economisch nut, geactiveerd en over de verwachte toekomstige gebruiksduur afgeschreven. De verplichting om alle investeringen te activeren geldt voor de investeringen vanaf het begrotingsjaar 2017.

Financiële vaste activa 
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.

Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingprijs van de aandelen zal afwaardering plaatsvinden. Voor de aanwezige aandelenportefeuille geldt dat de actuele waarde ruim boven de verkrijgingprijs ligt.

De gemeente is niet in het bezit van obligaties.

Bijdragen aan activa van derden worden conform het individuele besluit van de raad geactiveerd. Dergelijke geactiveerde bijdragen zijn gewaardeerd op het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen. De verleende bijdrage(n) worden afgeschreven in de door de raad eveneens individueel vastgestelde periode.

Afschrijvingstermijnen vaste activa

Terug naar navigatie - Afschrijvingstermijnen vaste activa
Materiële vaste activa termijnen
Economisch nut aandelen geen
automatisering hardware/software/telefonie 5 / n.v.t.
begraafplaats aanleg, uitbreiding 40
gebouwen gronden geen
nieuwbouw 40
installaties 15
renovatie 25
uitbreiding, verbouwing 25
algemeen hekwerken 15
inventaris / (vaste) inrichting 10
gronden geen
machines, tractie, gereedschap gladheidbestrijdingsmiddelen 10
vrachtwagens/(bestel)auto's 7 / n.v.t.
machines 10
gereedschappen 5
riolering bezinkbassins 50
rioleringen 50
gemalen 25
pompen 15
scholen grond geen
nieuwbouw 40
installaties 15
renovatie 25
uitbreiding, verbouwing 25
noodlokalen 10
voorbereidingskosten afschrijvingstermijn bijbehorende investering
Maatschappelijk nut bruggen / tunnels nieuwbouw beton 80
nieuwbouw hout 40
reconstructie beton/hout 20
beschoeiïngen 20
duikers 25
wegen (incl. fiets- en voetpaden) 1e aanleg n.v.t. BE
reconstructie - ten noorden Nwe Tiendweg 25
reconstructie - ten zuiden Nwe Tiendweg 25
verkeersregelinstallaties ca 10
openbaar groen aanleg 40
reconstructie 25
speelplaatsen aanleg en inrichting 15
vervanging toestellen 15
openbare verlichting armaturen 25
lichtmasten 40
sportvoorzieningen natuurgrasvelden 15
tennisbanen (gravel en kunstgras) 10
kunstgrasveld - toplaag 10
kgv - sporttechnische laag 20
kgv - onderlaag 40
asfalt handbalveld 25
straatmeubilair 10
Immateriële vaste activa
onderzoek en ontwikkeling alleen bij vervangingsinvesteringen -afschrijvingstermijn bijbehorende investering
Financiële vaste activa
bijdragen activa van derden afschrijvingstermijn betreffend kapitaalgoed

Vlottende activa

Terug naar navigatie - Vlottende activa

Voorraden
De (als onderhanden werk) in exploitatie genomen gronden zijn opgenomen tegen de verkrijgings-/vervaardigingsprijs, inclusief bijgeschreven exploitatiekosten en verminderd met de opbrengst wegens gerealiseerde verkopen.

Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. 

De voorziening wordt in eerste instantie dynamisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen en de ouderdom van de vordering. 

Daarbij wordt de volgende staffel gehanteerd:

ouderdom vordering percentage oninbaar
> 3 maanden en < 6 maanden 25%
> 6 maanden en < 9 maanden 50%
> 9 maanden en < 12 maanden 75%
> 12 maanden 100%

Daarnaast worden de vorderingen wel beoordeeld op hun inbaarheid (statisch). Zo wordt over het algemeen voor vorderingen op overheidsinstanties (RIJK, Provincie en Metropoolregio) geen voorziening voor oninbare bedragen opgenomen. Afrekeningen met deze instanties kunnen wel eens lang duren.

Liquide middelen en overlopende posten
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

Vaste passiva

Terug naar navigatie - Vaste passiva

Voorzieningen
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies.

De onderhoudsegalisatievoorzieningen zijn gebaseerd op een meerjarenraming van het uit te voeren (groot) onderhoud aan het gemeentelijke vastgoed, waarin rekening is gehouden met de kwaliteitseisen die daarvoor geformuleerd zijn. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen, die is opgenomen in het jaarverslag, is het beleid hiervoor nader uiteengezet.

Voor de riolering geldt dat voor vervangingsinvesteringen een voorziening wordt gevormd, dat jaarlijkse exploitatie overschotten in een bestemmingsreserve worden gestort voor zover het efficiencyvoordelen betreft en dat nieuwe of uitbreidingsinvesteringen worden afgeschreven. Wanneer zich aanbestedingsvoordelen voordoen bij vervangingsinvesteringen, worden deze voordelen betrokken bij de jaarlijkse herrekening van de voorziening op basis van het gemeentelijk rioleringsplan en de meerjarenplanning.

Vaste schulden 
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rente typische looptijd van 1 jaar of langer.

Borg- en garantstellingen

Terug naar navigatie - Borg- en garantstellingen

Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten de telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.

Vennootschapsbelasting

Terug naar navigatie - Vennootschapsbelasting

Met ingang van 1 januari 2016 dienen gemeenten verantwoording af te leggen over het resultaat en vermogen van onder de vennootschapsbelasting (Vpb) vallende activiteiten. Ook gemeenten zijn dan onderhevig aan de vennootschapsbelasting. Over 2022 zal de gemeente aangifte doen, die naar verwachting zo’n € 3.500 zal zijn.