In de berekeningen van de kengetallen wordt er gebruik gemaakt van balansstanden. Voor de begrotingsjaren wordt er uitgegaan van balansstanden per 1 januari van het betreffende jaar. Voor de begroting t-1 (2022) wordt er uitgegaan van de gegevens uit de primaire begroting.
Netto schuldquote
Door de omvangrijke investeringen die de komende jaren gepland zijn, is er vanaf 2023 sprake van een oplopende schuldquote. De omvang van de schulden blijft, in relatie tot de totale begroting, echter goed beheersbaar. Het verschil met de gecorrigeerde schuldquote wordt langzaam kleiner door de aflossingen op hypotheken van ambtenaren.
Solvabiliteitsratio
De quote voor de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen daalt vanaf 2023, omdat de omvang van de vaste schuld toeneemt.
Het eigen vermogen blijft nagenoeg gelijk de komende jaren, maar door het aantrekken van leningen stijgt het vreemd vermogen. De ratio blijft echter ruim voldoende.
Structurele exploitatieruimte
In deze begroting is ieder jaar sprake van positieve structurele exploitatieruimte, met uitzondering van het jaar 2026. Voor dat jaar is onzeker hoe hoog de middelen uit de algemene uitkering zullen zijn.
Grondexploitatie
De komende jaren wordt in Krimpen aan diverse ruimtelijke ontwikkelingen gewerkt en dat heeft gevolgen voor de grondexploitatiequote. Toch is sprake van een bescheiden percentage en een overzichtelijke projectenportefeuille. Uit de quote kan worden afgeleid dat de gemeente weinig risico loopt op de grondposities. De prognoses en risico’s van de grondexploitaties zijn in het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties (MPG) geanalyseerd en toegelicht. Overigens kan deze quote door het in uitvoering nemen van nieuwe ruimtelijke projecten worden beïnvloed.
Belastingcapaciteit
De gemeentelijke belastingcapaciteit is hoog, wat wil zeggen dat de tarieven boven het landelijk gemiddelde liggen. De quote daalt licht in 2023 omdat de landelijke ontwikkeling gemiddeld hoger is dan de stijging in Krimpen aan den IJssel. De afvalstoffenheffing en rioolheffing zijn kostendekkend, waardoor er geen ruimte meer is om de tarieven te verhogen. Het tarief voor de OZB stijgt met 4%.
Conclusie
De samenhang en ontwikkeling van de kengetallen zeggen meer dan de absolute uitkomsten. Een hulpmiddel bij de duiding van de kengetallen is het hanteren van zogenaamde ‘signaleringswaarden’.
Hierbij worden drie categorieën onderscheiden. Categorie A is het minst risicovol en categorie C het meest. De netto schuldquote, de grondexploitatie en de structurele exploitatieruimte zitten in categorie A. De solvabiliteitsratio bevindt zich in categorie B en de belastingcapaciteit in categorie C.
Het algemene beeld is dat de kengetallen de afgelopen jaren verbeterd zijn. Krimpen aan den IJssel staat er financieel gezond voor. Dat blijkt uit het weerstandsvermogen en ook uit de structurele exploitatieruimte. Het omvangrijke investeringsprogramma is op basis van de kengetallen verantwoord en leidt niet tot problematische verslechtering van de netto schuldquote of de solvabiliteit. De belastingcapaciteit blijft de negatieve uitzondering. Door de stijging van lokale lasten te beperken treedt echter geen verslechtering op.
Kengetal |
Categorie A |
Categorie B |
Categorie C |
1. Netto schuldquote zonder correctie doorgeleende gelden |
< 90% |
90 - 130 % |
> 130 % |
1. Netto schuldquote met correctie doorgeleende gelden |
< 90% |
90 - 130 % |
> 130 % |
2. Solvabiliteitsratio |
> 50% |
20 - 50 % |
< 20 % |
3. Grondexploitatie |
< 20 % |
20 - 35 % |
> 35 % |
4. Structurele exploitatieruimte |
> 0,2% |
0 - 0,2% |
< 0,2% |
5. Belastingcapaciteit |
< 95% |
95 - 105 % |
> 105 % |