Middelen

Overhead

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Dit hoofdstuk biedt inzicht in de overhead van de gemeente Krimpen aan den IJssel. De programma’s bevatten alleen de lasten en baten van het primaire proces.

Sinds de herziening van het Besluit Begroting en Verantwoording worden de baten en lasten van Overhead apart getoond als onderdeel van de programma begroting. 

Onderdelen overhead

Terug naar navigatie - Onderdelen overhead

Onder overhead wordt verstaan het geheel van functies en activiteiten gericht op sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:
•    Directe kosten zoveel mogelijk direct toerekenen aan de betreffende taakvelden;
•    Ondersteunende taken zijn niet direct dienstbaar aan de externe klant of het externe product en behoren daarom tot de overhead. Wanneer deze ondersteunende taken worden uitbesteed, behoren de uitbestedingskosten bedrijfsvoering tot de overhead (bijvoorbeeld uitbesteding ICT);
•    Sturende taken vervuld door hiërarchisch leidinggevenden behoren tot de overhead. De bijbehorende loonkosten behoren ondeelbaar tot de overhead;
•    De positionering van een functie binnen de organisatie heeft geen invloed op de beoordeling of er sprake is van overhead.

Om enig inzicht te geven in de opbouw van de overhead is in deze begroting de overhead verdeeld in:
•    Personele lasten van onder andere de taken met betrekking tot directie, communicatie, bestuursondersteuning, facilitaire zaken, juridische zaken, HR en financiën.
•    Niet personele lasten, zoals huisvesting en ICT.

Dit begrotingsonderdeel is slechts een weergave van de baten en lasten met betrekking tot overhead.
Een meer inhoudelijke toelichting treft u aan in de paragraaf Bedrijfsvoering.

Formatieve ontwikkeling organisatie

Terug naar navigatie - Formatieve ontwikkeling organisatie

De afgelopen jaren is gebleken dat de gemeentelijke organisatie qua formatie uitbreidt. De belangrijkste oorzaken zijn het toegenomen aantal taken en de groeiende omvang van het sociaal domein. Bovendien kent de bestaande formatie weinig speelruimte. De verdere ontwikkeling is deels afhankelijk van de ambities, maar wordt voor een groot deel ook bepaald door nieuwe taken. Daarom wordt rekening gehouden met een groei van enkele formatieplaatsen per jaar.

Wat mag het kosten

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten
Overhead Rekening Begroting Begroting Meerjarenraming
2021 2022 2023 2024 2025 2026
Lasten
Personele lasten 4.738 5.263 5.268 5.421 5.635 5.861
Niet personele lasten 4.658 5.765 5.324 5.300 5.411 5.465
Nieuw beleid & intensivering 500 400 416 433
Totaal lasten 9.396 11.029 11.092 11.121 11.463 11.759
Baten
Personele baten
Niet personele baten 569 2.580 327 335 343 352
Nieuw beleid & intensivering
Totaal baten 569 2.580 327 335 343 352
Totaal saldo van baten en lasten -8.828 -8.449 -10.765 -10.786 -11.119 -11.407
Reservemutaties 102 170 432
Resultaat -8.726 -8.279 -10.333 -10.786 -11.119 -11.407
Investeringen Overhead 2023 2024 2025 2026
Vervanging noodstroomaggregaat raadhuis 29
Vastgoed OK - overhead (raadhuis, huisv.buitenr, verz. en alg VG) 13 6 17 11
Totaal 13 35 17 11
Nieuw beleid en intensiveringen Overhead 2023 2024 2025 2026
Formatieve ontwikkeling organisatie 100 400 416 433
Formatieve ontwikkeling organisatie projectbasis 400
Totaal 500 400 416 433

Indicatoren

Terug naar navigatie - Indicatoren

De kolom ‘begroting 2022’ bevat de waarden die in de begroting 2022 zijn opgenomen. In de kolom ‘begroting 2023’ zijn de meest actuele beschikbare metingen opgenomen. 

Basisset indicatoren Overhead Begroting 2023 Jaartal Begroting 2022 Jaartal Bron
Formatie in fte per inwoner x 1.000 5,68 2022 5,12 2021 Vensters voor Bedrijfsvoering (eigen berekening)
Bezetting in fte per inwoner x 1000 5,42 2022 4,91 2021 Vensters voor Bedrijfsvoering (eigen berekening)
Apparaatskosten per inwoner 586,62 2022 560,44* 2021 Vensters voor Bedrijfsvoering (eigen berekening)
Externe inhuur als % van totale kosten loonsom 2,50% 2022 4% 2021 Vensters voor Bedrijfsvoering (eigen berekening)
Overhead als % van totale lasten 11,31% 2022 12% 2021 Vensters voor Bedrijfsvoering (eigen berekening)
* herberekening 2022

Algemene dekkingsmiddelen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In dit hoofdstuk zetten we de algemene dekkingsmiddelen en de post onvoorzien op een rij.
Binnen de begroting bestaat een onderscheid tussen algemene dekkingsmiddelen en specifieke dekkingsmiddelen. De algemene dekkingsmiddelen zijn middelen die vrij zijn aan te wenden. De besteding van deze inkomsten is niet aan een bepaald programma gebonden. De algemene dekkingsmiddelen vormen de financiële dekking van de negatieve financiële saldi van de programma’s. De algemene dekkingsmiddelen beslaan meer dan de helft van de totale baten van de gemeente. De belangrijkste algemene dekkingsmiddelen zijn:
•    Uitkering uit het gemeentefonds;
•    Inkomsten uit de onroerendezaakbelastingen (ozb);
•    Inkomsten uit beleggingen.

De uitkering uit het gemeentefonds is de grootste bron van gemeentelijke inkomsten. Eigen inkomsten als de ozb vormen slechts een beperkt deel van de totale baten.

Uitkering gemeentefonds

Terug naar navigatie - Uitkering gemeentefonds

De omvang van het gemeentefonds is gekoppeld aan de rijksbegroting, waarbij op basis van de systematiek "samen de trap op en samen de trap af" de algemene uitkering wordt geïndexeerd (ook wel accres genoemd). Sinds de meicirculaire van 2022 is dit zogenaamde accres gesplitst in een volume- en een nominaal deel, waarbij het nominale deel ter compensatie is van loon- en prijsstijgingen en het volumedeel ter compensatie van bevolkingsgroei en reëel accres.

Kort na de meicirculaire zijn de VNG en het Rijk overeen gekomen om het volume-accres voor de jaren 2022-2025 te bevriezen en er voor die periode dus alleen nog sprake is van nominale ontwikkelingen op basis van loon- en prijsstijgingen. Vanaf 2026 is er helemaal geen sprake meer van het verstrekken van een volume-accres, maar alleen nog maar van een nominaal accres.

De uitkering uit het gemeentefonds bestaat uit 3 soorten uitkeringen: algemene uitkering, integratie-uitkeringen en decentralisatie-uitkeringen.

Onder de integratie-uitkeringen vielen de uitkeringen voor participatie, voogdij/18+ en inburgering, terwijl dat vanaf 2023 alleen nog maar voor participatie is.  De middelen van de beide andere uitkeringen zijn ondergebracht in de algemene uitkering.

De decentralisatie-uitkeringen bevatten uitkeringen voor onder andere vergunningverlening, toezicht en handhaving van provinciale taken, de combinatiefuncties, armoedebestrijding kinderen en de voorschoolse voorziening peuters. Het aantal decentralisatie-uitkeringen neemt ieder jaar nog toe.

De cijfers in deze begroting zijn gebaseerd op de septembercirculaire 2022 van het gemeentefonds. Daarmee wordt voor het derde opeenvolgende jaar afgeweken van de vaste lijn om de meicirculaire te hanteren. Ook nu is de voornaamste reden, dat er (nog steeds) grote onzekerheden bestaan omtrent de Rijksmiddelen en de ontwikkelingen die in de septembercirculaire zijn vertaald. 

Een van de onzekerheden betreft de extra middelen voor uitvoering van de Jeugdwet. Alleen voor 2023 bestaat nu zekerheid en zijn middelen in het gemeentefonds opgenomen. Voor de jaren erna mogen gemeenten uitgaan van bedragen op basis van de uitspraken van de Commissie van Wijzen (abitrage).  Daarnaast verwacht het Rijk dat gemeenten vanaf 2024 een oplopende besparing realiseren. In deze begroting is rekening gehouden met de extra inkomsten, maar nog niet met de besparing, omdat de uitwerking daarvan voor individuele gemeenten nog niet duidelijk is.

Onroerende zaakbelastingen

Terug naar navigatie - Onroerende zaakbelastingen

De opbrengst uit onroerende zaakbelasting wordt in deze begroting met 4% verhoogd. Dat is lager dan de algemene trend.  Omdat de WOZ-waarden van vrijwel al het vastgoed boven trendmatig zijn gestegen, wordt een verlaging van het tarief toegepast. Op deze wijze stuurt de gemeente op de benodigde opbrengst en speelt de ontwikkeling van de WOZ-waarde een ondergeschikte rol.

Dividenden

Terug naar navigatie - Dividenden

Alle beleggingen van Krimpen aan den IJssel liggen in het verlengde van de publieke taak. De verwachte inkomsten uit beleggingen worden jaarlijks beoordeeld en indien nodig bijgesteld. 
Een gedeelte van de eenmalige opbrengst van de verkochte aandelen Eneco is benut om het structurele tekort vanwege het weggevallen dividend op te vangen. Met de verwerking conform de Kadernota 2022 is de stelpost ingevuld. 

Vanaf 2022 wordt dividend ontvangen van de cumulatief preferente aandelen Stedin die in 2021 zijn verworven en verder wordt nog dividend ontvangen over de aandelen van de BNG. Op basis van prognoses en het laatst afgesloten boekjaar is in deze begroting geen rekening gehouden met dividend over de reguliere aandelen Stedin.

Saldo van de financieringsfunctie

Terug naar navigatie - Saldo van de financieringsfunctie

Dit betreft het saldo van het taakveld treasury. Dit saldo wordt veroorzaakt doordat de omslag van de rente naar de programma’s plaatsvindt op basis van een afgerond percentage.
In deze begroting is er een, zij het gering, verschil tussen het berekende percentage (1,01%) en de gehanteerde omslagrente (1%). Er is wel sprake van een saldo. In paragraaf D Financiering wordt dit nader toegelicht.

Stelposten

Terug naar navigatie - Stelposten

De ontwikkeling van de energielasten is een hoogst onzekere factor. Omdat er nog geen nieuw contract voor 2023 is, wordt rekening gehouden met een stelpost van € 1.000.000 op basis van actuele tarieven zoals die bij het afronden van de begroting beschikbaar waren. Daarbij is aangenomen dat de tarieven zich op termijn normaliseren op een lager niveau (€ 400.000).

De indexering van overheidsuitgaven ligt gemiddeld veel lager dan de consumentenprijsindex (cpi). Voor een aantal contracten geldt echter dat jaarlijkse bijstelling volgens cpi is vastgelegd. Daarom is een stelpost van € 250.000 opgenomen.

In de kadernota was nog rekening gehouden met een stelpost van € 1 miljoen structureel voor loon- en prijsontwikkeling. Deze kan nu vervallen en wordt vervangen door de hiervoor genoemde stelposten.

Stelposten Begroting Mjb Mjb Mjb
2023 2024 2025 2026
Stelposten 1.287 -1.774 -1.114 -208
Onvoorziene lasten 0 0 0 0
Nieuw beleid voorgaande begrotingsjaren 355 479 916 1.179
Nieuw beleid 2023-2026 1.271 1.391 1.178 1.213
Saldo stelposten 2.913 95 980 2.184

Vennootschapsbelasting

Terug naar navigatie - Vennootschapsbelasting

Op basis van de aangepaste wet omtrent de vennootschapsbelasting (vpb) voor overheidsbedrijven kunnen tegenwoordig ook gemeenten een aanslag vpb krijgen.

Op basis van de door de gemeente zelf geanalyseerde activiteiten, alsmede de werkelijke lasten en baten daarvan, werd ervan uitgegaan, dat geen sprake zou zijn van een vpb-plicht. De Belastingdienst (BD) is echter van mening, dat voor het hebben van reclame-uitingen in de openbare ruimte waarvoor een vergoeding wordt ontvangen, sprake is van ondernemerschap en derhalve van een verplichting tot het betalen van vpb indien hierop “winst” wordt gemaakt. Om die reden heeft de BD de gemeente een aantal aanslagen opgelegd van zo’n € 3.500 per jaar. Over het feit of werkelijk sprake is van ondernemerschap op dit terrein worden inmiddels de nodige (landelijke) procedures gevoerd, waarbij de Rechtbank Gelderland recent heeft geoordeeld dat inderdaad sprake is van een onderneming als het gaat om reclame-uitingen. De verwachting is nog wel, dat de betreffende gemeente in hoger beroep zal gaan, zodat pas echte zekerheid hieromtrent bestaat als de Hoge Raad zich hierover heeft uitgesproken.

Echter gelet op de geringe hoogte van “onze” aanslag is er vooralsnog besloten om een bedrag van € 3.500 per jaar op te nemen in de meerjarenbegroting.

Dezelfde Rechtbank heeft in hetzelfde vonnis ook een uitspraak gedaan over het verstrekken van (hypothecaire) leningen aan ambtenaren. Ook dat zou volgens dat vonnis een ondernemersactiviteit zijn. Daar de gemeente Krimpen weliswaar geen nieuwe leningen meer verstrekt, maar nog wel een portefeuille heeft, wordt thans bekeken of dit tot een aanslag zou kunnen leiden voor onze gemeente. En of het niet zo zou kunnen zijn, dat het überhaupt verstrekken van leningen wordt beschouwd als een ondernemersactiviteit. Dit zou gevolgen kunnen hebben voor het verstrekken van leningen aan sportverenigingen of aan particulieren voor het verduurzamen van hun huis.

Voor de grondexploitaties wordt jaarlijks een quick scan uitgevoerd om na te gaan of sprake is van vennootschapsbelastingplicht. Tot nu toe is dat niet het geval.

Of er nog meer activiteiten van de gemeente als ondernemerschap moeten worden aangemerkt blijft dus nog steeds onzeker, zodat om die reden nog steeds een risico is opgenomen.

Onvoorzien

Terug naar navigatie - Onvoorzien

De post onvoorzien is volgens het Besluit Begroting en Verantwoording een verplicht onderdeel van de begroting. De gemeenten zijn vrij de hoogte van deze post te bepalen.
De post onvoorzien is op basis van de financiële verordening 2022 vastgesteld op € 0 per inwoner.

Wat mag het kosten

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten
Algemene dekkingsmiddelen, vennootschapsbelasting en onvoorzien Rekening Begroting Begroting Meerjarenraming
2021 2022 2023 2024 2025 2026
Onroerende zaakbelasting 5.871 5.934 6.204 6.431 6.650 6.847
Uitkeringen gemeentefonds 49.694 53.705 55.541 59.582 61.325 59.019
Dividenden en winstuitkeringen 228 120 117 117 117 117
Saldo van de financieringsfunctie 194 -168 -244 -440 -992 -864
Lasten algemene dekkingsmiddelen -9 -19 -43 -81 82 39
Stelposten -1.225 -1.250 -950 -650 -650
Algemene dekkingsmiddelen 55.977 58.348 60.325 64.658 66.530 64.507
Vennootschapsbelasting -9 -4 -4 -4 -4 -4
Onvoorziene lasten
Saldo van baten en lasten 55.968 58.344 60.321 64.654 66.527 64.504
Reservemutaties 312
Resultaat 56.279 58.344 60.321 64.654 66.527 64.504