Bestuurlijke inleiding

Financiële inleiding op de begroting 2023-2026

Terug naar navigatie - Financiële inleiding op de begroting 2023-2026

Onzekere tijden op het wereldtoneel
De voorbereiding van de eerste begroting van deze nieuwe bestuursperiode heeft in onzekere tijden plaatsgevonden. In de (beleidsarme) Kadernota 2023 was nog geen rekening gehouden met de effecten van de oorlog in Oekraïne. 

Sindsdien is nog duidelijker geworden dat de geopolitieke ontwikkelingen van grote invloed zijn op de samenleving, niet in de laatste plaats door de financiële gevolgen. De ontwikkeling van energieprijzen leidt tot ongekende hoge tarieven voor gas en elektra die bovendien doorwerken in vrijwel alle prijzen. Dit brengt veel huishoudens in de problemen en heeft ook effecten voor de gemeentelijke financiën. 

Bij het opstellen en vaststellen van de begroting 2023 verkeren we dan ook in grote onzekerheid over de houdbaarheid van de indexeringen die we in de cijfers hebben opgenomen. Veel hangt af van de ontwikkelingen op het wereldtoneel. 

Onzekerheid over de rijksmiddelen…
Onzekerheid is ook een aanhoudende factor als het gaat om de rijksmiddelen waar wij in de toekomst op mogen rekenen. De septembercirculaire gaat nog uit van inflatiecijfers uit het voorjaar. Hiermee is de compensatie voor loon- en prijsontwikkeling nog niet duidelijk. De structurele compensatie voor uitvoering van de Jeugdwet beperkt zich nog tot 2023, waarbij we toestemming hebben om voor de jaren erna een raming op te nemen. 

…met nog steeds een dreigend ‘ravijn’ in 2026…
En als voornaamste onzekerheid is nog steeds sprake van een grote terugval in de omvang van het gemeentefonds vanaf 2026. Over de gewijzigde financieringssystematiek voor decentrale overheden die dan in moet gaan is nog nagenoeg niets bekend.

…maar tóch een sluitende begroting 2023 met beperkt nieuw beleid en een structureel evenwicht
In deze situatie is de begroting 2023 met de meerjarenraming voor 2024-2026 opgesteld. Rekening houdend met de bestaande onzekerheden, via stelposten, risico’s en extra indexeringen, hebben wij een begroting opgesteld met een beperkte hoeveelheid nieuw beleid. 

In deze begroting kijken we vooruit, zonder onze ogen te sluiten voor de problematiek van vandaag. Het resultaat is een sluitende begroting 2023 met structureel evenwicht. 

En met een beperkte ontwikkeling in de lokale lastendruk
De ontwikkeling van lokale heffingen is in deze begroting beperkt tot een lager niveau dan de indexering. Voor riool- en afvalstoffenheffing houden wij vast aan 100% kostendekking. In beide exploitaties zijn wij erin geslaagd de lasten op onderdelen te verlagen, zodat slechts een beperkte stijging nodig is voor volledige kostendekking. 

De dekkingsgraad van de begraafrechten loopt op van 80% naar 85%. Alle overige leges en heffingen verhogen wij met 4%. Dat laatste percentage hanteren wij ook voor de onroerende zaakbelasting. Het effect van deze stijgingen op de begrotingsuitkomst is gering. In 2025 en 2026 is ten opzichte van de Kadernota zelfs sprake van een negatief effect.

Begroting 2023 Begroting Meerjarenraming
2023 2024 2025 2026
Totaal kadernota (excl. Nieuw beleid) 524 2.335 3.454 - 1.876
Wijzigingen en ontwikkelingen na kadernota - 637 - 1.061 - 1.812 - 2.038
Septembercirculaire gemeentefonds 1.645 1.735 1.720 3.209
Structureel effect extra jeugdmiddelen 584 - 312 - 365
Loon- en prijsontwikkeling - 849 - 762 - 694 - 913
Ontwikkeling lokale heffingen 26 38 - 60 - 141
Totaal saldo bestaand beleid 709 2.869 2.297 - 2.124
Nieuw beleid en intensiveringen 698 1.253 1.178 1.213
Saldo begroting 2023-2026 11 1.616 1.118 - 3.337
Saldo incidentele lasten en baten 985 1.143 1.105 1.022
Structurele begrotingsruimte 996 2.759 2.223 - 2.315

Ambities en opgaven voor 2023 en verder

Terug naar navigatie - Ambities en opgaven voor 2023 en verder

Na ons aantreden zijn wij in gesprek gegaan met de directie en de ambtelijke organisatie over de beleidsthema’s die in het bestuursakkoord extra aandacht hebben gekregen. Belangrijke vraag daarbij was hoe we die thema’s kunnen vertalen in concrete ambities voor 2023 en volgende jaren. Ook hebben wij besproken voor welke delen van de gemeente wij een specifieke aanpak willen ontwikkelen.

Meer indringend hebben wij gesproken over de onderliggende waarden en denkbeelden waarop wij onze ambities baseren. Zijn deze waarden en denkbeelden wezenlijk anders dan in eerdere bestuursperioden? Moet de ambtelijke organisatie ander gedrag gaan vertonen om onze ambities waar te maken? Moeten er procedures en/of regels veranderd worden?

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat wij deze gesprekken – bijvoorbeeld over de wijze waarop wij participatie leidend willen maken – nog niet hebben kunnen afronden. Daar komen wij dan ook later graag bij u op terug. In onze eerste begroting, voor het jaar 2023, willen we echter wel al een aantal nieuwe accenten plaatsen.

Bij het bepalen van die accenten hebben wij ons laten leiden door de ambities en onderliggende waarden uit het bestuursakkoord ‘Samen verschillend’. Wij zijn benieuwd in hoeverre álle fracties uit uw raad zich in deze ambities en waarden herkennen.

Klimaatneutraal en gezond (in 2050)
Wij willen graag de gezondste gemeente van Nederland worden. Wij werken dat beleidsmatig uit in het Actieprogramma Volksgezondheid en in de Sportvisie. Eerder heeft uw raad al uitgesproken dat onze gemeente in 2050 klimaatneutraal moet zijn. 

Beide ambities zijn wat ons betreft leidend voor de verdere integrale ontwikkeling van onze gemeente. Een ontwikkeling waarover we samen met inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisatie in gesprek willen gaan en die uiteindelijk in 2024 moet leiden tot de Krimpense Omgevingsvisie.

Samen denken en praten over hoe onze gemeente er in 2050 uit moet zien en dat vastleggen in een nieuwe visie, vinden wij erg belangrijk. Nog veel belangrijker vinden wij het samen werken aan de toekomst van Krimpen aan den IJssel. 

Andere grote opgaven
Naast onze hoofdambities die we als leidraad willen hanteren voor een integrale visie op onze gemeente, zien wij voor de kortere termijn nog een aantal andere, mogelijk grote, opgaven. 

Bestaanszekerheid 
Om een zinvolle bijdrage te kunnen leveren aan de samenleving en om te werken aan ontwikkeling is bestaanszekerheid essentieel. Bestaanszekerheid is niet alleen de zekerheid van voldoende en voorspelbaar inkomen. Ook zekerheid om betaalbaar te wonen, toegang tot betaalbare zorg en de mogelijkheid om een financiële buffer op te bouwen voor onverwachte uitgaven zijn noodzakelijke voorwaarden om de rust en ruimte te vinden die nodig is om je als mens te ontwikkelen en mee te doen in de samenleving.

We zien dat niet alleen mensen met een minimum inkomen maar ook mensen met een hoger inkomen vaker in de problemen komen. Onzekere inkomsten, stijgende vaste lasten en te weinig financiële buffers maken het voor hen lastig om rond te komen. Maar ook complexe toeslagen en een flexibele arbeidsmarkt maken dat huishoudens in de financiële problemen komen. 

We zijn en blijven samen met de ambtelijke organisatie alert bij het signaleren van situaties waar inwoners in de knel komen en kijken of en op welke manier we als gemeente – in aanvulling op de maatregelen van het Rijk – een nuttige bijdrage kunnen leveren aan een oplossing. Hierbij hebben we aandacht hebben voor de directe problematiek die is ontstaan en kijken hoe we hierbij kunnen ondersteunen met hulp bij budgettering, schuldbemiddeling of sanering. 

Daarnaast kijken we hoe we kunnen ondersteunen met structurele maatregelen die er voor zorgen dat de kosten structureel zullen dalen. Denk hierbij aan verduurzamingsmaatregelen die het energieverbruik kunnen terugbrengen.

Binnenkort presenteren wij de aanpak waarmee wij invulling willen geven aan het amendement ‘bestemmingsreserve energiearmoede’. In die aanpak nemen wij maatregelen op waarmee we huishoudens met een smalle beurs in woningen met een laag energielabel willen helpen om hun energiebehoefte terug te brengen. Maar wij willen de bestemmingsreserve ook benutten om het Actieprogramma armoede en schulden aan te vullen met nieuwe maatregelen die passen bij deze moeilijke tijden.

Veerkrachtige wijken
Wij constateren een landelijke trend waarbij kwetsbare en/of minder zelfredzame bewoners steeds vaker zelfstandig in sociale huurwoningen gaan wonen. Ook in onze gemeente is die trend zichtbaar in sommige wooncomplexen en -buurten. Zo’n verandering in de inwonerssamenstelling kán gepaard gaan met een afname van gevoelens van verbondenheid, toename van (woon)overlast, een afname van de (sociale) veiligheid en een afname van de kwaliteit van de openbare ruimte. 

Wij willen nadrukkelijk voorkomen dat Krimpense complexen en buurten op deze manier ‘afglijden’. Daarom werken wij in deze bestuursperiode toe naar een gerichte aanpak waarbij vanuit de verschillende ambtelijke domeinen en bestuurlijke portefeuilles gecoördineerd de samenwerking met onze partners zal worden vorm gegeven. In die aanpak zullen sociale cohesie in en ‘samenkracht’ van wooncomplexen en -buurten centraal staan.

Toekomstbestendige (maatschappelijke) voorzieningen
Wij willen – óók in de toekomst – ruimte behouden en creëren voor een aantrekkelijk en passend aanbod op het gebied van wonen, werken en (maatschappelijke) voorzieningen. Dat doen we nadrukkelijk door daarover het gesprek met bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties aan te gaan. De ruimtelijke vertaling daarvan is van belang in het proces van de Omgevingsvisie.

Hart van Krimpen
Tenslotte willen wij werken aan een ‘Hart van Krimpen aan den IJssel’. In ruimtelijke zin zien we dat bij voorkeur op en rond het Raadhuisplein gebeuren. Daarbij sluiten we in de eerste plaats aan bij de herontwikkeling van Centrum-Zuid en de beoogde kwaliteitsverbetering van de Crimpenhof. 

Daarnaast willen wij nadrukkelijk onderzoeken welke rol de voormalige Rabobank kan spelen in onze ambitie om van het Raadhuisplein dé plek in Krimpen aan den IJssel te maken om elkaar te ontmoeten, te eten en drinken, uit te gaan en van cultuur te genieten. Wij onderzoeken daarom welke functies uit de Tuyter naar de Rabobank verplaatst zouden kunnen worden. Daarbij betrekken we ook de nog openstaande vraag wat de ‘beste’ exploitatievorm voor de (nieuwe) Tuyter zou kunnen worden.

Onder deze ambities en opgaven liggen ‘waarden’
Het bestuursakkoord heeft als titel ‘Samen verschillend’. Als college willen wij het ‘samen’ vooral tot uitdrukking laten komen in een aantal waarden. Uw raad mag ons als college bij het werken aan onze ambities en opgaven aanspreken op:
•    het volwaardig mee laten doen van alle inwoners, mét of zónder beperking (inclusie)
•    er zijn voor kwetsbare bewoners die het zonder onze (financiële) ondersteuning niet redden
•    samen denken, samen doen
•    zien en gezien worden
•    respect voor elkaar
•    oog voor de historie van Krimpen aan den IJssel

Andere belangrijke thema’s 
In de begroting gaan wij per domein natuurlijk in op álle onderscheiden thema’s. De komende vier jaar focussen wij echter nadrukkelijk op de volgende zes thema’s:
1.    Wonen (Ruimtelijk Domein)
2.    Openbare ruimte en verkeer (Ruimtelijk Domein)
3.    Sporten en bewegen (Maatschappelijk Domein)
4.    Cultuur en evenementen (Maatschappelijk Domein)
5.    Economie (Maatschappelijk Domein)
6.    Veiligheid (Domein Bestuur en Veiligheid)

Voor de goede orde merken wij daarbij op dat de speerpunten binnen deze thema’s een bijdrage moeten leveren aan één of meer van de ambities en integrale opgaven. Of anders gezegd: bij de keuze van al  onze speerpunten en investeringen laten wij ons leiden door die ambities en opgaven.

Wonen (volkshuisvesting)
De basis voor de komende vier blijft de Woonvisie die in de vorige bestuursperiode is vastgesteld. In aanvulling op de Woonvisie is voor het onderwerp ‘wonen met zorg’ een Woonzorgvisie in voorbereiding die wij nog dit jaar ter besluitvorming aan uw raad zullen voorleggen. Volgend jaar zullen wij nader onderzoeken hoe senioren in onze gemeente kunnen worden geholpen bij hun verhuiswensen.

Ter uitvoering van de Woonvisie zullen er regelmatig zaken nader moeten worden uitgezocht door een extern bureau. In het Uitvoeringsprogramma van de Woonvisie staan concrete actiepunten die opname van een wonen-onderzoeksbudget in de begroting 2023 en ook structureel in de jaren daarna vergen.

Openbare ruimte en verkeer
Op het gebied van verkeer zetten wij in op het vergroten van de verkeersveiligheid. Daarbij zijn twee principes leidend: we promoten de fiets en vertrekken vanuit het idee dat de auto te gast is. Wij gaan daarom allereerst verder met de verdere voorbereidingen voor de kruising Aalberslaan-Koekoekstraat, de alternatieve fietsroute Ouverturelaan en de T-kruising Middenwetering-Groenendaal.

Verder willen wij de Omloopstoep gaan aanpakken. Recent is de Sportsingel en omgeving van de Korf opgehoogd. Binnen project KIJK wordt een deel van de IJsseldijk aangepast. De Omloopstoep (het tussenliggende deel) valt buiten beide projecten, maar het is logisch om dit nu in deze ‘stroom’ mee te nemen.

De kwaliteit van de openbare ruimte, en dan met name het groen, staat onder druk. Wij bereiden een kwaliteitsslag voor die wij in 2024 tot uitvoering willen laten komen.

In 2023 start de planuitwerking van de voorkeursvariant die wij in 2023 voor de lange termijn aanpak van de Algeracorridor zullen bepalen. Het gaat daarbij in belangrijke mate om een aanpak die de maatregelen die wij in 2021 en 2022 in het project De Grote Kruising hebben getroffen, maximaal laten ‘renderen’. In een eerdere bestuursperiode hebben wij geconstateerd dat dan vooral knelpunten op Capels grondgebied (Capelseplein) moeten worden aangepakt. 

En verder zijn wij nieuwsgierig naar de haalbaarheid van een nieuwe langzaam verkeer verbinding tussen Capelle en Krimpen aan den IJssel. Wij denken dat realisatie van zo’n verbinding tot een interessante dynamiek tussen Capelle en Krimpen aan den IJssel kan leiden.

Sporten en bewegen
Sporten en bewegen spelen een belangrijke rol in onze ambitie om de gezondste gemeente van Nederland te worden. Voor ons staat in ieder geval voorop dat wij (sport)beleid in nauwe samenspraak met het ‘veld’ ontwikkelen. 

Zelf willen wij daarbij pleiten voor uitbreiding van de mogelijkheden om in de openbare ruimte te sporten en bewegen. Ook zijn er meer middelen nodig om sport- en beweegdeelname te stimuleren. Al met al stellen wij voor om het budget voor sporten en bewegen vanaf 2023 structureel te verhogen.

Dat doen we vooruitlopend op onze evaluatie van het proces van totstandkoming en de inhoud van de Sportnota zoals het vorige college dat aan uw raad heeft aangeboden. Daarna zullen wij begin 2023 met een nieuw of aangepast voorstel komen.

Tenslotte willen wij energiek het al in de vorige bestuursperiode ingeslagen pad van vernieuwing van de sportaccommodaties vervolgen. Het zwembad krijgt daarbij onze bijzondere aandacht. In aanvulling op de besluitvorming van vorig jaar kan het nodig zijn om in de huidige exploitatieperiode van Optisport extra in vernieuwing en/of verduurzaming van het zwembad te investeren.
Ook ronden we de gesprekken met DCV en MHCK af over de vernieuwing van hun sportcomplexen. Wij verwachten daar in de volgende Kadernota op terug te kunnen komen.

Cultuur en evenementen
Ook cultuur en evenementen spelen een belangrijke rol in ons streven om ‘samen verschillend’ te zijn. De basis voor het evenementenbeleid blijft de Evenementenvisie zoals die in de vorige bestuursperiode is vastgesteld.

In de tweede helft van 2023 starten wij met de voorbereidingen voor een nieuwe Cultuurnota die wij in 2024 ter vaststelling aan uw raad willen voorleggen. In het proces dat tot een nieuwe Cultuurnota moet leiden, betrekken wij ook de vraag of een Erfgoedverordening een bijdrage kan leveren aan het behoud en de waardering van de rijke cultuurhistorie van onze gemeente. 

Na de verbouwing voldoet de Tuyter prima als multifunctionele accommodatie voor een scala van (culturele) gebruikers. Toch zijn er meerdere redenen om na te denken over de huisvesting van de belangrijkste culturele functies in onze gemeente:
•    het gevoel dat het nog (steeds) niet is gelukt om van de Tuyter op de huidige locatie het ‘Hart van Krimpen’ te maken;
•    het gevoel dat de huidige exploitatievorm een belemmering is om van de Tuyter het ‘Hart van Krimpen’ te maken;
•    het beschikbaar komen van het RABO-deel van ons raadhuis;
•    de wens van de (coöperatie) Crimpenhof om van het Raadhuisplein het ‘Hart van Krimpen’ te maken;
•    de Centrumvisie waarin de ambitie is opgenomen om Tuyter (en markt) naar het Raadhuisplein te verhuizen.

Inmiddels is het denkproces daarover op gang gebracht in de informatieve commissie van 1 september jongstleden. In 2023 rapporteren wij uw raad over de uitkomst van een aantal onderzoeken, zodat wij het gesprek kunnen aangaan over de toekomst van de Tuyter. 

Wij hebben de ambitie om van het Raadhuisplein dé plek in Krimpen aan den IJssel te maken om elkaar te ontmoeten, te eten en drinken, uit te gaan en van cultuur te genieten.

Economie
De pijlers van ons economisch beleid worden het verbeteren en deels vernieuwen van onze detailhandels- en horecastructuur en de verdere ontwikkeling van de Stormpolder tot ‘centrum van de (maritieme) maakindustrie’. Daar geven wij invulling aan door de herontwikkeling van het EMK-terrein tot de nieuwe vestigingslocatie ‘Stormpolderdijk’. 

Na vaststelling van de detailhandels- en horecavisie gaan we aan de slag met de kwalitatieve verbetering van Olm en Crimpenhof. Voor Brink, Parkzoom en Stad en Landschap denken we na over een toekomst zonder winkels.

Veiligheid
In de vorige bestuursperiode is gestart met het evalueren en vernieuwen van het integraal veiligheidsbeleid. Wij willen daarvoor nu al de volgende ‘piketpalen’ slaan:

  • om potentieel overlast gevende situaties te voorkomen ontwikkelen wij een preventieve én repressieve aanpak;
  • voor ‘woonoverlast’ ontwikkelen wij samen met de andere stakeholders een gezamenlijke visie en een sluitende aanpak;
  • bij veelvuldige overlast treden wij slagvaardig op.

Veelal is er bij overlast sprake van twee invalshoeken: zorg (preventie) en veiligheid (repressie). Met ingang van 2023 versterken wij daarom de samenwerking tussen zorg en veiligheid. Hiermee verwachten wij effectievere resultaten te kunnen boeken. Concreet introduceren we een meldpunt voor zorg en veiligheid waarmee we laagdrempelig signalen kunnen opvangen en doorzetten naar het professionele veld.

Voor de aanpak van woonoverlast hebben wij inmiddels een coördinator aangesteld. Zij heeft inmiddels een integrale aanpak van woonoverlast vormgegeven die nu in uitvoering is.

Verder zijn wij van mening dat BOA’s een noodzakelijke aanvulling op de basispolitiezorg zijn. Tenslotte waarborgen en – waar nodig – verbeteren wij de bereikbaarheid van onze gemeente voor de hulpdiensten.

Tenslotte: het ‘Toekomstfonds Krimpen aan den IJssel’
Om maximaal invulling te kunnen geven aan het ‘samen denken samen doen’ dat wij voorstaan, zullen wij uw raad begin 2023 voorstellen om een ‘Toekomstfonds’ te vormen. Een eerste storting in dit fonds kan plaatsvinden vanuit het verwachte jaarrekeningresultaat (na de begrotingswijziging van september geraamd op € 4,2 miljoen).

Wij stellen ons voor dat inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties een financiële impuls kunnen vragen voor initiatieven die een bijdrage leveren aan een toekomstbestendig Krimpen aan den IJssel en een mooie toekomst voor inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. Daarbij is het wél belangrijk dat initiatiefnemers ook zelf een grote bijdrage leveren aan het uitwerken en uitvoeren van het initiatief. 

Graag vernemen wij van uw raad of u zich in het idee en de eerste opzet van zo’n Toekomstfonds kunt vinden. Wij denken dat zo’n fonds inwoners en maatschappelijke organisatie kan stimuleren om actief mee te denken over en een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie en leefbaarheid in onze gemeente.

Ook vernemen we graag hoe we het beoordelen van de initiatieven en het toekennen van de financiële bijdragen zouden kunnen organiseren. Wij denken aan een soort ‘maatschappelijke raad’ waarin vertegenwoordigers van het Krimpense bedrijfsleven en de in Krimpen actieve maatschappelijke organisaties plaats nemen. Deze raad zou als adviseur van het gemeentebestuur kunnen optreden, maar wellicht zou uw raad zich er ook in kunnen vinden dat deze raad zélf de financiële bijdragen toekent?