Paragraaf D Financiering
Inleiding
Terug naar navigatie - Paragraaf D Financiering - InleidingDe paragraaf financiering is bedoeld voor transparantie van de treasuryfunctie (financiering) van decentrale overheden. In deze paragraaf zetten we zo duidelijk mogelijk de plannen, feiten en visie over de financiering op een rij.
De Wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO) schept een duidelijk kader voor de treasuryfunctie, levert een bijdrage aan de kredietwaardigheid van de openbare lichamen en bevordert de transparantie van de treasuryfunctie. Deze wet introduceert twee instrumenten op het gebied van de treasuryfunctie:
- Het treasurystatuut
- De financieringsparagraaf
In het treasurystatuut zijn de doelstellingen van het treasurybeleid opgenomen. Het tweede instrument, de financieringsparagraaf, heeft als doel inzicht te geven in de algemene interne en externe ontwikkelingen die van belang zijn voor de treasury. Ook moet het inzicht geven in de concrete plannen op het gebied van risicobeheer, financieringspositie en leningen- en uitzettingenportefeuille.
Eind 2025 wordt een vernieuwd treasurystatuut aan de raad aangeboden ter vaststelling.
Risicobeheersing
Terug naar navigatie - Paragraaf D Financiering - RisicobeheersingRisicobeheersing is een belangrijk onderdeel van de Wet FIDO. Voor onze gemeente gaat het daarbij met name om het renterisico en het kredietrisico. De behoefte aan risicobeheersing is toegenomen door de toename van voorgenomen en recent uitgevoerde grote investeringen. Ook de oplopende rente is een risico. Daarnaast is er een intern liquiditeitsrisico. Dat is het risico dat relevante informatie niet tijdig of volledig beschikbaar is voor de treasuryfunctie. Langs diverse lijnen wordt gewerkt aan verbetering van het inzicht.
Rentevisie en rentelasten
Terug naar navigatie - Paragraaf D Financiering - Rentevisie en rentelastenDe grote algemene banken houden de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt nauwlettend in de gaten. Als gemeente laten we ons informeren over de verwachte renteontwikkeling.
Voor het jaar 2026 houden we een renteverwachting aan van 3,5%. Dit rentepercentage gebruiken we voor het berekenen van de rentelasten bij investeringsbesluiten als ook voor de geprognosticeerde leningen voor 2026 en verder.
Rentetoerekening
Terug naar navigatie - Paragraaf D Financiering - RentetoerekeningConform het besluit begroting en verantwoording (BBV) is toerekening van rentelasten aan de programma’s verplicht. Hieronder wordt schematisch het renteresultaat weergegeven:

Vanaf 2025 wordt op basis van de BBV-notitie grondbeleid de rente-omslag (zie hierna) ook voor grondexploitaties gebruikt.
Om tot een verdeling van de (resterende) rente over de programma’s te komen, wordt het zogenaamde rente-omslagpercentage gebruikt. Het saldo van rentelasten en –baten wordt daarvoor gedeeld op het totaal van de vaste activa. De uitkomst mag binnen een bandbreedte van 0,5% worden afgerond, waarmee een jaarlijkse wijziging van het percentage wordt voorkomen. Voor 2026 is het berekende percentage 0,76%. Het omslagpercentage blijft gehandhaafd op 1%. Met dit percentage worden de programma’s belast waar de activa met boekwaarden onderdeel van uitmaken.
Het renteschema dat behoort bij deze berekening is als volgt
Renteschema |
-/- |
Begroting |
|---|---|---|
2026 |
||
Externe rentelasten over korte en lange financiering |
1.190 |
|
Externe rentebaten |
-/- |
337 |
Totaal door te rekenen externe rente |
853 |
|
Rente die aan grexen moet worden doorberekend |
-/- |
51 |
Rente die wordt doorberekend ogv projectfinanciering |
-/- |
|
Saldo door te rekenen externe rente |
802 |
|
Werkelijk aan taakvelden toegerekende rente |
-/- |
881 |
Renteresultaat op taakveld treasury |
-79 |
Renterisico
Terug naar navigatie - Paragraaf D Financiering - RenterisicoDe Wet FIDO verplicht de kasgeldlimiet en de renterisiconorm in beeld te brengen. De provincie gebruikt deze bij het uitoefenen van haar toezichthoudende functie. De kasgeldlimiet betreft het renterisico van de vlottende schuld, terwijl de renterisiconorm het renterisico van de langlopende schuld betreft.
De wettelijk vastgestelde renterisiconorm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal.
Voor het bepalen van de liquiditeitspositie - dit is de mate waarin op korte termijn aan de opeisbare verplichtingen kan worden voldaan - is de zogenaamde kasgeldlimiet belangrijk. Hieronder verstaan we het bedrag dat maximaal als kasgeld mag worden opgenomen. Dit bedrag wordt berekend met een door het Ministerie van Financiën vastgesteld percentage, vermenigvuldigd met het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar.
Berekening renterisico gemeente Krimpen aan den IJssel
Renterisiconorm |
Begroting |
|---|---|
2026 |
|
Rente en aflossing |
|
1. Renteherziening op vaste schuld o/g |
|
2. Te betalen aflossingen |
2.715 |
3. Renterisico op vaste schuld (1+2) |
2.715 |
Berekening renterisiconorm |
|
4. Begrotingstotaal (excl. reservemutaties) |
105.576 |
5. Normpercentage (ministerieel vastgelegd) |
20% |
Toets renterisiconorm |
|
6. Renterisiconorm (4 * 5) |
21.115 |
7. Renterisico op vaste schuld (3) |
2.715 |
Ruimte onder renterisiconorm (6-7) |
18.400 |
Kasgeldlimiet
Terug naar navigatie - Paragraaf D Financiering - KasgeldlimietBerekening kasgeldlimiet gemeente Krimpen aan den IJssel.
Kasgeldlimiet |
Begroting |
|---|---|
2026 |
|
Omvang begrotingstotaal (lasten) per 1 januari 2026 |
105.576 |
Toegestane kasgeldlimiet |
|
- in procenten van de grondslag |
8,5% |
- in bedrag |
8.974 |
Kredietrisico op verstrekte gelden
Terug naar navigatie - Paragraaf D Financiering - Kredietrisico op verstrekte geldenNaast het renterisico loopt de gemeente ook nog risico bij het zelf verstrekken van gelden. Afhankelijk van het type instelling bepalen we het risico. In de onderstaande tabel groeperen we de verstrekte gelden naar de onderscheiden risicogroepen.
Kredietrisico op verstrekte gelden |
Met/zonder (hyp.) zekerheid |
Restant schuld per 1/1/2026 |
% |
|---|---|---|---|
Risicogroep |
|||
Woningcorporaties met garantie WSW |
Met (50%) |
68 |
0% |
Hypotheekverstrekkingen aan ambtenaren |
Met |
6.593 |
48% |
Overige toegestane instellingen volgens treasurystatuut |
Zonder |
7.103 |
52% |
Totaal |
13.765 |
100% |
Leningenportefeuille
Terug naar navigatie - Paragraaf D Financiering - LeningenportefeuilleNieuwe leningen trekken we aan op het moment dat de kasgeldlimiet wordt overschreden, of eerder op basis van de renteverwachting. De financiering van de gemeentelijke activiteiten vindt plaats op basis van ‘totaalfinanciering’. Dit betekent dat we op basis van de liquiditeitspositie bepalen of leningen moeten worden aangetrokken. De liquiditeitspositie komt de komende jaren, mede door de verwachte omvang van het investeringsprogramma, onder druk te staan. In 2024 is een nieuwe methode ontwikkeld om tot een betere liquiditeitsprognose te komen. Hiermee kan sneller en betrouwbaarder worden ingespeeld op ontwikkelingen in ramingen en planningen. De verwachte behoefte aan liquiditeiten blijft echter sterk afhankelijk van het verloop van de uitvoering van investeringsplannen. Op basis van de actuele liquiditeitsprognose verwachten wij in de periode van 2026-2029 een totaal van € 79 miljoen aan leningen aan te trekken (inclusief kasgeld). Onderstaand overzicht geeft inzicht in het verwachte verloop van de leningenportefeuille:
Mutaties in leningenportefeuille |
Verloop 2025/2029 |
|---|---|
Stand per 1 januari 2025 |
52.695 |
Aflossingen (regulier) 2025 |
2.715 |
Nieuwe leningen 2025 |
|
Stand per 1 januari 2026 |
49.980 |
Aflossingen (regulier) 2026 |
2.715 |
Nieuwe leningen 2026 |
6.000 |
Stand per 1 januari 2027 |
53.265 |
Aflossingen (regulier) 2027 |
2.715 |
Nieuwe leningen 2027 |
21.000 |
Stand per 1 januari 2028 |
71.550 |
Aflossingen (regulier) 2028 |
3.435 |
Nieuwe leningen 2028 |
32.000 |
Stand per 1 januari 2029 |
100.115 |
Aflossingen (regulier) 2029 |
4.715 |
Nieuwe leningen 2029 |
20.000 |
Stand per 1 januari 2030 |
115.400 |
Uitzetting
Terug naar navigatie - Paragraaf D Financiering - UitzettingDe verplichting tot schatkistbankieren beperkt de mogelijkheden om overtollige liquide middelen uit te zetten. Er kan alleen geld bij andere openbare lichamen worden uitgezet. Schatkistbankieren is gebaseerd op zero-balancing. Dit betekent dat het saldo op onze bankrekening bij de BNG aan het eind van de dag wordt afgeroomd of juist aangevuld tot nul.