Bestuurlijke inleiding

Inleiding

Terug naar navigatie - Bestuurlijke inleiding - Inleiding

We hadden ons op het ergste voorbereid en op het beste gehoopt..

.. en zijn uiteindelijk toch wel blij verrast dat wij u niet alleen een sluitende begroting 2026 kunnen presenteren. Het meerjarenbeeld laat na een positief saldo in 2027 zien dat er tekorten aankomen, maar die zijn veel minder groot dan in de vorige begrotingen.

Goede uitgangspositie voor nieuwe bestuursperiode
Deze laatste begroting van ons college laat zien dat Krimpen aan den IJssel financieel robuust is en de uitdagingen die vanaf 2028 opdoemen aan kan. Bovendien is de afgelopen jaren veel gerealiseerd zonder dat dit ten koste is gegaan van de financiële situatie en/of het voorzieningenniveau. En we hebben een buffer opgebouwd om begrotingstekorten te kunnen dekken.

Beperkte inflatiecorrectie lokale heffingen
De ontwikkeling van de lokale lastendruk is in 2026 zeer beperkt. De grootste heffingen zijn de onroerende zaakbelasting (OZB) en de afvalstoffenheffing. Die stijgen slechts met een inflatiecorrectie van 2,5%. Voor de dekking van de kosten voor riolering is bovenop de inflatie nog eens 2,7% (circa € 7 per huishouden) nodig.

Ombuigingen zijn zoveel mogelijk voorbereid
Het begin 2025 gepresenteerde pakket ombuigingsmogelijkheden is in deze begroting niet verder ingezet dan in de kadernota opgenomen. Dat is op dit moment (nog) niet nodig, maar we houden de opties wel in beeld voor toekomstige opgaven.

Geen structureel nieuw beleid toegevoegd
Overigens is evenmin structureel nieuw beleid toegevoegd, omdat er nog steeds sprake is van naderende tekorten en omdat onze collegeperiode er bijna op zit.

Reservering mogelijk voor toekomstige investeringen
Er is in 2026 zelfs een extra storting in de reserve maatschappelijke voorzieningen van € 1,5 miljoen opgenomen ten behoeve van de investeringsopgave.

Integrale afweging blijft nodig
Dit alles doet er niet aan af dat het nog steeds noodzakelijk is om met onze maatschappelijke partners en bewoners te verkennen welke voorzieningen noodzakelijk, wenselijk en haalbaar zijn voor Krimpen aan den IJssel. De financiële urgentie is weliswaar minder groot, maar de vervangings- en vernieuwingsopgave van onze kapitaalgoederen trekt nog steeds een zware wissel op onze toekomstige inkomsten en uitgaven.

Besluitvorming daarover kan pas worden afgerond als we samen een beeld hebben gevormd van onze meest gewaardeerde voorzieningen en wat ervoor nodig is om die toekomstbestendig te maken.

Het dreigende ravijn komt later en lijkt minder diep

Terug naar navigatie - Bestuurlijke inleiding - Het dreigende ravijn komt later en lijkt minder diep

Al sinds eind 2021 dreigt er een financieel ravijn voor gemeenten. Na een periode van ongeloof en verwachtingen dat het rijk dit zou repareren, zijn gemeenten in actie gekomen om zich te verzetten. Maar ook om zich voor te bereiden op de mogelijkheid dat het (grotendeels) op eigen kracht opgelost moet worden.

Door een volledige doorlichting van de budgetten in de begroting hebben wij kort na het vaststellen van de begroting 2025 een lijst met ruim 200 ombuigingsmogelijkheden samengesteld. In de kadernota hebben wij voorgesteld een beperkt deel daarvan in te boeken. Dit zijn maatregelen die niet of nauwelijks gevolgen hebben voor inwoners en het gemeentelijk beleid. Moeilijke besluiten over maatschappelijke voorzieningen of andere ingrepen waardoor inwoners geraakt worden hebben we vooralsnog kunnen vermijden.

Daarbij zijn we ook geholpen door extra middelen via het gemeentefonds. Zonder met echte structurele oplossingen te komen heeft het rijk in het afgelopen jaar de problematiek twee jaar opgeschoven en is het ravijn ook minder diep geworden.

Dat geeft ons meer tijd om vervolgstappen, die nog steeds nodig lijken, zorgvuldig voor te bereiden. Ook brengen we daarvoor in beeld hoe het financiële beeld zich op langere termijn ontwikkeld en hoe scenario’s dat beeld beïnvloeden.

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Bestuurlijke inleiding - Ontwikkelingen

In de kadernota hebben wij stilgestaan bij de positieve ontwikkeling van de uitkeringen uit het gemeentefonds, maar ook bij de tijdelijkheid daarvan en de disbalans in taken en middelen. Daar is sindsdien vrijwel niets in gewijzigd, mede door de demissionaire status van het kabinet. Het was dan ook geen verrassing dat de miljoenennota 2026 voor gemeenten weinig perspectief biedt. Er blijft veel onduidelijk over de voorgenomen overheveling van specifieke uitkeringen (SPUKs) naar het gemeentefonds en de kortingen die daarbij horen. Ook de financiering van de jeugdzorg is voor de toekomst nog niet geborgd. Andere onzekerheden betreffen de rijksfinanciering van preventiemaatregelen in het sociaal domein,  middelen voor duurzaamheidsmaatregelen en het budget voor opvang en asiel. In alle gevallen betreft de onzekerheid niet alleen voldoende middelen, maar ook onduidelijkheid over taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van gemeenten. Via de VNG blijven gemeenten druk uitoefenen om in een volgend kabinet de (financiële) belangen van gemeenten zoveel mogelijk te borgen.

Er zijn gelukkig andere factoren die de meerjarige saldi in deze begroting positief hebben beïnvloed. En bij de kadernota heeft de gemeenteraad ook ingestemd met een aantal financiële ombuigingen die weinig of geen effect hebben op de inwoners en het beleid. De begroting 2026 vertoont hierdoor een positief saldo in de eerste twee jaren en daarna een oplopend tekort dat overzichtelijk is. Er is zelfs ruimte om een extra versterking van de reserve maatschappelijke voorzieningen te realiseren voor een bedrag van € 1,5 miljoen. Daarmee creëren we meer dekking voor investeringen die onze gemeente de komende jaren nog te wachten staan.

We realiseren ons wel dat door het opschonen van begrotingsbudgetten en plukken van laaghangend fruit, gevolgd door het inboeken van een aantal ombuigingen, de begroting meer op scherp staat. Daarmee bedoelen we dat minder meevallers verwacht mogen worden en we op een aantal ramingen meer risico lopen. Een voorbeeld daarvan is de stelpost voor onderuitputting van het BTW-compensatiefonds. De ingeboekte ombuiging willen wij daarom voor de helft terugdraaien, zoals u onder de ontwikkeling van het saldo sinds de kadernota kunt lezen.

Onze speerpunten voor 2026

Terug naar navigatie - Bestuurlijke inleiding - Onze speerpunten voor 2026

We hebben in deze bestuursperiode veel aandacht besteed aan het actualiseren van ons beleid zodat we een helder beeld hebben waar we staan en waar we naartoe willen. De belangrijkste visies en nota’s zijn:

  • Ruimtelijk domein: Omgevingsvisie, Verkeer- en vervoervisie, Woonvisie, Ambitiedocument duurzaamheid, Gemeentelijk Rioleringsplan
  • Maatschappelijk domein: Sportnota, Cultuurvisie, Integraal Huisvestingsplan Onderwijs en Binnensport, Strategisch Huisvestingsplan
  • Sociaal domein: Visie ‘Samen op koers’
  • Veiligheid: Integraal Veiligheidsplan
  • Bestuur: Participatiebeleid

De Omgevingsvisie en de Cultuurvisie zijn op het moment van schrijven weliswaar nog niet door uw raad vastgesteld, maar even goed kunnen we concluderen dat er voor de verschillende domeinen en beleidstaken heldere visies liggen waar in de volgende bestuursperiode (verder) uitvoering aan kan worden gegeven.

Ruimtelijk domein
In 2026 zal op verschillende plekken in de gemeente zichtbare voortgang worden geboekt in onze woningbouwopgave. Wij noemen:

  • Centrum-Zuid
  • Hof Driekamp
  • Werf aan den IJssel
  • Nul Op de Meter (NOM) wijk (Kerkdreef)
  • De Noord 102 (in eerste instantie voor opvang Oekraïners)

In de wijken Langeland en Oud-Krimpen gaan we verder met de grootschalige en integrale vernieuwing van de openbare ruimte. Bijzondere aandacht is er daarbij voor het tegengaan of voorkomen van hittestress en wateroverlast.
Ook in de Stormpolder wordt hard verder gewerkt aan de vernieuwing van de openbare ruimte. Op verschillende plekken vernieuwen ondernemers hun vastgoed of maken daar plannen voor. En het bouwrijp maken van Stormpolderdijk vordert gestaag.

Andere overheden gaan in 2026 óók aan de slag
Wij zijn als gemeente niet de enige die in de openbare ruimte van onze gemeente actief zijn. Zowel Rijkswaterstaat als het Hoogheemraadschap voeren in 2026 werkzaamheden uit die tot forse hinder voor onze bewoners en ondernemers (kunnen) gaan leiden.

Om de Algerabrug veilig en betrouwbaar te houden, is groot onderhoud nodig 
Rijkswaterstaat vervangt in 2026 houten balken en stalen onderdelen van de brugklep. Ook wordt het vaste brugdeel opnieuw geasfalteerd. Het staal van de brug krijgt een beschermlaag om roest tegen te gaan. Wij maken gebruik van deze werkzaamheden om onderhoud aan de aanbrug te plegen. Zo blijft de Algerabrug veilig, nu en in de toekomst.
Eind 2025 zal Rijkswaterstaat het contract aan een aannemer gunnen. Samen met de aannemer wordt gekeken hoe de hinder zoveel mogelijk kan worden beperkt. Enerzijds door de afsluiting voor autoverkeer zo kort mogelijk te houden. Anderzijds door stevig in te zetten op reisalternatieven. Begin 2026 volgt dan een update over de planning.

Om de Krimpenerwaard tegen overstroming te beschermen, is dijkversterking nodig
Het rijk heeft besloten dat alle inwoners en bedrijven achter dijken of duinen in Nederland in 2050 beter beschermd moeten zijn tegen overstroming vanuit de grote rivieren of de Noordzee. Dit gebeurt in het Hoogwaterbeschermingsprogramma, een dijkversterkingsprogramma waar Nederland 7,4 miljard euro voor uittrekt.
Onderdeel van dit programma is de versterking van de dijk langs de Hollandsche IJssel die de Krimpenerwaard beschermt. Om ook in de toekomst het gebied te kunnen beschermen moet de dijk versterkt en verhoogd worden.
Na jaren van voorbereiding is het Hoogheemraadschap in 2025 met de werkzaamheden begonnen. Vooruitlopend op de eigenlijke dijkversterking zijn de nutsbedrijven begonnen met het vernieuwen en verleggen van de kabels en leidingen. Eerst in Gouderak-Lageweg, maar in 2026 zullen deze werkzaamheden naar verwachting in onze gemeente worden uitgevoerd.
Het vernieuwen en verleggen van de kabels en leidingen is de opmaat naar een traject dat de komende jaren vooral in Boveneind tot forse hinder kan gaan leiden.

Klimaatneutraal en toekomstbestendig in 2050
Daarvoor werken we ook in 2026 samen aan 6 duurzame thema’s: energie, circulair, biodiversiteit, klimaatadaptatie, mobiliteit en voedsel. Voor elk thema zijn meetbare doelen opgesteld die we met concrete acties willen bereiken.
In 2026 zal de invoer van het recycletarief voor restafval (thema ‘circulair’) het meest in het oog springen. Het doel is vooral de kosten voor de inwoner beheersbaar te houden. Vanaf 2026 gaat het vaste deel van de afvalstoffenheffing omlaag. Op de rest van de kosten krijgen bewoners zelf invloed.

Maatschappelijk domein
Met een Integraal Huisvestingsplan Onderwijs en Binnensport en een Strategisch Huisvestingsplan hebben we de (financiële) opgave voor het maatschappelijk vastgoed inmiddels goed in beeld. In 2050 willen we onze hele portefeuille klimaatneutraal en volledig circulair hebben gemaakt.
De grootste uitdagingen waaraan in 2026 verder gewerkt gaat worden zijn:

  • Nieuwe locatie voor De Treffers
  • Toekomst zwembad De Lansingh
  • Toekomst racketsport
  • Vernieuwing voetbalcomplex Waalplantsoen (en omgeving)
  • Hart van Krimpen
  • Nieuwbouw Mozaïek en  sportzaal Groenendaal
  • Nieuwbouw Octaaf en gymzaal Una Corda
  • Vernieuwbouw Kompas locatie Tuinstraat en gymzaal Tuinstraat

Sociaal domein
Als gemeente zijn we verantwoordelijk voor taken op het gebied van gezondheid, zorg, welzijn, werk en inkomen voor onze inwoners in alle leeftijden. Onze visie op dit sociaal domein hebben we vastgelegd in het visiedocument ‘Samen op koers – voor een gezond en veerkrachtig Krimpen’.
De komende jaren leggen we de focus op 4 verschillende thema’s binnen het sociaal domein. Dit zijn de thema’s:

  • Gezondheid
  • Bestaanszekerheid
  • Kansengelijkheid
  • Veerkracht.

Voor deze thema’s stellen wij in samenspraak met de adviesraden (uitvoerings)nota’s op.

Omgevingsvisie
Onder het motto ‘Doe mee Denk vooruit’ hebben we het afgelopen aan de ‘Koers van Krimpen gewerkt’. In het ontwerp van de Omgevingsvisie staat hoe we onze gemeente de komende jaren leefbaar, groen en toekomstbestendig houden. De visie is samen met inwoners, ondernemers, organisaties en buurgemeenten gemaakt.

We hebben 6 hoofdopgaven geformuleerd:

  • Goed wonen in Krimpen: het bouwen van meer woningen met behoud van voldoende sociale woningen. We gaan hoger en compacter bouwen. Ook om het groen te behouden.
  • Kansrijk Krimpen: investeren in goed onderwijs, werkgelegenheid en een sterk ondernemersklimaat.
  • Gezond Krimpen: werken aan een gezonde, groene en veilige leefomgeving.
  • Levendig Krimpen: een bruisend dorpshart en sterke ontmoetingsplekken in wijken.
  • Toekomstbestendig Krimpen: slim omgaan met klimaat, energie en bodemdaling.
  • Bereikbaar Krimpen: zorgen voor een veilige en duurzame bereikbaarheid, met aandacht voor fiets, openbaar vervoer en een goede verbinding met de regio.

De opgaven worden in de visie voor 4 gebieden concreter uitgewerkt: de Stormpolder, de IJsseldijk, het centrum (‘Hart van Krimpen’) en de woongebieden.

Maar we kijken niet alleen vooruit
In 2027 bestaat Krimpen aan den IJssel 750 jaar. Een historische mijlpaal die uiteraard niet onopgemerkt mag blijven. Eerder hebben we hier een budget van € 300.000 voor gereserveerd.
Inmiddels zijn ambtelijk de voorbereidingen gestart, maar in 2026 zal ‘Krimpen 750 jaar’ ook een belangrijke prioriteit in de Krimpense samenleving moeten worden.
Wij willen de aanzet geven en mensen enthousiasmeren, maar uiteindelijk moet de gemeenschap het gaan doen en het stokje overnemen. Financiële steun vanuit de gemeente is daarbij belangrijk, maar sponsoring evenzo. Kort gezegd, wij geven het startschot en blijven aanmoedigen; de samenleving moet zelf zorgen voor de uitvoering en organisatie.
Daarbij zal er ongetwijfeld aandacht zijn voor verhalen uit het Krimpense verleden en hoe generaties voor ons hier hebben gewoond en geleefd. Maar we willen in 2027 ook feest vieren en met elkaar op de toekomst van Krimpen proosten!

Van kadernota naar begroting

Terug naar navigatie - Bestuurlijke inleiding - Van kadernota naar begroting

Na het vaststellen van de kadernota hebben wij zoals gebruikelijk de uitwerking naar de begroting opgepakt. Dit leidt ieder jaar tot een aantal kleinere en grotere mutaties. Die komen deels door ramingen en herrekeningen die bij de kadernota nog niet beschikbaar zijn en ook door invloeden van buitenaf. De grootste factoren zijn dit jaar extra rijksmiddelen en verbeterd inzicht in het uitvoeringstempo van investeringen.

De belangrijkste ontwikkelingen lichten wij kort toe:

Investeringen en rente
De grote investeringsopgaven in (maatschappelijk) vastgoed en de openbare ruimte betekenen dat de komende jaren veel nieuwe leningen aangetrokken moeten worden. Nadere analyse van de uitvoering van investeringen en de momenten waarop de benodigde kredieten daadwerkelijk worden uitgegeven leidt tot meer spreiding en lagere rentelasten in alle jaarschijven van deze begroting. Daarbij hebben de extra rijksmiddelen ook een positief effect op de liquiditeiten en dragen bij aan het opschuiven van de momenten waarop leningen nodig zijn.

Integraal Zorgakkoord (IZA)
Op basis van het bedrag dat we in 2025 van de gemeente Rotterdam (centrumgemeente) ontvangen uit de IZA gelden verwachten we ook volgend jaar nog een bedrag van circa € 900.000. Tot nu toe was rekening gehouden met € 285.000. Vanaf 2027 wijzigen de regelingen en financieringsstromen. Daarom geldt deze aanpassing alleen voor 2026.

Gratis OV
Er wordt goed gebruik gemaakt van het gratis openbaar vervoer voor minima. Als gevolg daarvan is een verhoging van het budget nodig. De raad ontvangt nog voor de behandeling van deze begroting een raadsinformatiebrief over het onderzoek naar minimaregelingen, waaronder gratis OV. Dit onderzoek is tevens input voor de nota bestaanszekerheid, die begin 2026 volgt.

Septembercirculaire
Kort na Prinsjesdag verscheen de septembercirculaire, waarin de Miljoenennota vertaald is naar gevolgen voor de uitkeringen uit het gemeentefonds. Zoals in het voorjaar aangekondigd heeft het kabinet geld vrijgemaakt om gemeenten te compenseren voor de extra kosten van jeugdzorg in 2023 en 2024. Deze extra middelen ontvangen we in 2025 en zijn dus geen onderdeel van deze begroting. Het positieve saldo van de begroting 2025 is door de septembercirculaire wel opgelopen tot ruim € 5 miljoen. In een separate raadsinformatiebrief wordt dat verder toegelicht.

Met dit gebaar van het rijk zijn zeker niet alle problemen rond de bekostiging van gemeentelijke taken opgelost. Er is nog veel onduidelijk over de korting op specifieke uitkeringen. Bovendien biedt de vorig jaar ingevoerde financieringssystematiek op basis van (de ontwikkeling van) het bruto binnenlands product gemeenten te weinig compensatie voor de oplopende kosten. Ook op andere onderdelen sluit de bekostiging zowel qua omvang als methode niet altijd aan op wat nodig is voor de uitvoering van taken.

Het voordelige saldo van de septembercirculaire voor 2026 en verder is vooral te danken aan hoeveelheidsverschillen en maatstaven die de verdeling bepalen. Uitzondering daarop zijn de extra CDOKE middelen. De toevoeging van deze middelen aan het gemeentefonds gaat voor Krimpen aan den IJssel gepaard met een stijging van de omvang. Wij stellen daarom voor dit verschil in een stelpost op te nemen, zoals gebruikelijk is bij taakmutaties in het gemeentefonds. Dit wordt verderop in deze inleiding nader toegelicht.

Overige mutaties en bijstellingen
Ieder jaar volgen na het opstellen van de kadernota nog financieel-technische verwerkingen zoals de kostenverdeling en de uitwerking van indexeringen. Daarnaast wordt aanvullende informatie ontvangen over bijvoorbeeld gemeenschappelijke regelingen en zijn er meerjarige effecten van de begrotingswijziging van september. Ook vinden nog controles plaats op de onderliggende ramingen, waaruit diverse correcties volgen. Het grillige verloop van deze mutatieregel wordt verklaard door de egalisatie van inkomsten uit omgevingsvergunningen, die van jaar tot jaar sterk fluctueren.

Aanvullende voorstellen

Terug naar navigatie - Bestuurlijke inleiding - Aanvullende voorstellen

Omdat de meerjarige saldi een veel beter perspectief laten zien dan voorheen, hebben wij enkele aanvullende voorstellen op de kadernota in deze begroting verwerkt. Deze lichten wij hieronder toe.

Capaciteit Decentrale Overheden voor Klimaat en Energie (CDOKE)
Gemeenten mogen meerjarig rekening houden met een gelijkblijvend bedrag aan CDOKE middelen, die tot en met 2025 via een specifieke uitkering werden ontvangen. Voor 2026 wordt dit geld echter uitgekeerd via het gemeentefonds en gaat het bovendien om een hoger bedrag. De extra middelen (€ 428.000) willen wij graag inzetten voor duurzaamheid, maar omdat deze informatie pas via de septembercirculaire bekend werd is meer tijd nodig voor uitwerking. Daarom parkeren we deze middelen op een stelpost. Een deel van het bedrag (€ 90.000) zetten wij, via nieuw beleid en intensiveringen, direct in voor capaciteit om inwoners en bedrijven te informeren en te adviseren op het gebied van klimaatadaptatie en biodiversiteit.

Halvering BCF stelpost
Een van de ingeboekte ombuigingen betreft een stelpost voor ruimte onder het plafond van het BTW-compensatiefonds. Als gemeenten gezamenlijk minder BTW declareren wordt het restant van dit fonds verdeeld via de algemene uitkering. Omdat wij jaarlijks extra middelen ontvangen via deze systematiek is het opnemen van een stelpost verantwoord. In de septembercirculaire bleek echter dat de omvang van de ruimte afneemt en dat ook een hogere declaratie wordt verwacht in de komende jaren. Daarom halveren we de opgenomen stelpost om zo het risico te beperken.

Taakstellingen bijstand en kinderboerderij
De kadernota 2026 bevatte nog twee taakstellingen, voor verlaging van de subsidie van de kinderboerderij en voor uitstroom uit de bijstand.

We zien dat de inspanningen om de uitstroom uit de participatiewet te verhogen stapsgewijs resultaat opleveren. Met dit resultaat kunnen we alleen niet de gehele taakstelling realiseren. Mede met het oog op de steeds complexer wordende doelgroep achten we het realistischer om de taakstelling te laten vervallen. Wel zijn we voornemens om de inspanningen voorlopig voort te zetten. Binnenkort komen we hiervoor met een separaat voorstel waarin we op basis van de uitkomsten van de evaluatie van het uitstroom/SROI project een voorstel zullen doen voor structurele inbedding.

Voor de kinderboerderij is een taakstelling opgenomen die tot verlaging van de subsidie moet leiden. Samen met Promen hebben we de mogelijkheden daartoe in onderzoek. Wij verwachten dat daar komend jaar resultaten kunnen worden geboekt. Het is echter nog te vroeg om in deze begroting voldoende zekerheid te geven over de omvang en de planning. Daarom vervalt de taakstelling in de cijfers en wordt een voordeel te zijner tijd via een begrotingswijziging verwerkt.

Storting reserve maatschappelijke voorzieningen
Deze begroting bevat al veel doorgerekende en vastgestelde meerjarenplannen, zoals voor het beheer van de buitenruimte en onderwijshuisvesting. Maar er is nog een grote investeringsopgave te verwachten waarvoor op dit moment geen bedragen zijn opgenomen. De omvang daarvan is vooral afhankelijk van de vraag welke voorzieningen Krimpen aan den IJssel in de toekomst moet hebben. Vooruitlopend op de discussie daarover versterken wij in deze begroting de reserve maatschappelijke voorzieningen met € 1,5 miljoen tot een totale omvang van € 6,5 miljoen. Daarmee wordt meer ruimte gecreëerd om de kapitaallasten van (vervangings)investeringen te kunnen dekken. 

Nieuw beleid en intensiveringen

Terug naar navigatie - Bestuurlijke inleiding - Nieuw beleid en intensiveringen

In de kadernota is een beperkte lijst met nieuw beleid en intensiveringen opgenomen. In deze begroting voegen wij daar nog een onderwerp aan toe: Klimaatadaptie en biodiversiteit bij particulieren en ondernemers. Hiervoor is ruimte ontstaan doordat de CDOKE middelen die in 2026 via het gemeentefonds beschikbaar komen hoger zijn dan eerder bekend was.

Het volledige overzicht van nieuw beleid is opgenomen in de financiële begroting. Op de programma’s komen de onderwerpen terug als speerpunt.

Opbouw saldo begroting

Terug naar navigatie - Bestuurlijke inleiding - Opbouw saldo begroting

Voortbouwend op de kadernota hebben wij deze begroting zoals u hiervoor kunt lezen opgesteld en bijgesteld. Het volgende overzicht laat zien hoe dat leidt tot de meerjarige uitkomsten waar deze inleiding mee begint.

Heffingen

Terug naar navigatie - Bestuurlijke inleiding - Heffingen

De beoogde kostendekking van heffingen is vastgelegd in de nota lokale heffingen 2019. Nadien is bepaald dat voor riool- en afvalstoffenheffing volledige kostendekking wordt beoogd en dat de dekkingsgraad van de lijkbezorgingsrechten stapsgewijs oploopt, dit jaar naar 95%. In de paragraaf Lokale heffingen is opgenomen welke kostendekking op de diverse heffingen wordt begroot. In december stelt de gemeenteraad de bijbehorende verordeningen vast, waarin de benodigde opbrengsten zijn vertaald in tarieven.

Voor de belastingen en vrijwel alle heffingen in deze begroting blijft de verhoging van de tarieven beperkt tot 2,5%. Alleen voor de rioolheffing is een extra verhoging nodig van 2,7%. Dit betekent circa € 7 extra per huishouden.

Voor de OZB betekent dit dat al meer dan 15 jaar op rij geen reële verhoging is toegepast, maar maximaal inflatiecorrectie.

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Bestuurlijke inleiding - Financiële kengetallen

De financiële kengetallen zijn ten opzichte van de begroting 2025 sterk verbeterd. Met name de ontwikkeling van de netto schuldquote geeft minder aanleiding tot zorgen, die er vorig jaar wel waren. Maar ook de solvabiliteit en de structurele exploitatieruimte laten een gunstiger verloop zien. En zelfs de belastingcapaciteit is positiever dan de afgelopen jaren.

De financiële positie van Krimpen aan den IJssel is robuust en geeft geen directe reden tot zorgen. Daarbij past wel de kanttekening dat het toevoegen van investeringen negatieve impact heeft op met name de netto schuldquote en de solvabiliteit. De omvang daarvan is afhankelijk van het investeringsvolume en het investeringstempo. Wij betrekken de ontwikkeling van deze kengetallen daarom bij het opstellen van investeringsprogramma’s.

Budgetrecht van de raad

Terug naar navigatie - Bestuurlijke inleiding - Budgetrecht van de raad

Met het vaststellen van de begroting 2026 autoriseert de raad het college om binnen de opgenomen (financiële en inhoudelijke) kaders aan de slag te gaan in 2026. Dit betreft zowel de lasten en baten per beleidsthema als ook de (vervangings)investeringen die in 2026 starten. De meerjarenramingen zijn een doorvertaling van de baten en lasten, aangevuld met verwachte ontwikkelingen en voornemens. Dit geeft een beeld van de te verwachten financiële ontwikkelingen.

In de kadernota en begroting wordt altijd gesproken over “nieuw beleid en intensiveringen”. Met de term intensiveringen wordt aangegeven dat vaak sprake is van extra middelen zonder dat sprake is van een nieuw taak. Wij hanteren de volgende onderverdeling:

Nieuw beleid

Betreft nieuwe (wettelijke) taken of beleidswijzigingen (budget en/of investering)

Intensiveringen

Extra inzet zonder aanpassing van het beleid (budget en/of investering)

Vervangingsinvesteringen

Kosten voor vervanging of groot onderhoud, waarmee nog niet planmatig rekening is gehouden in de meerjarenramingen.

Nieuw beleid en intensiveringen staan op de betreffende programma’s. Daar zijn deze onderwerpen ook in een speerpunt opgenomen. Financieel loopt dit mee in de lasten en baten per beleidsthema/programma. Het totaaloverzicht van nieuw beleid en intensiveringen is opgenomen in de financiële begroting.

Per programma is tevens opgenomen, onder “wat mag het kosten”, welke investeringen de komende jaren gepland zijn. In de financiële begroting is het volledige investeringsprogramma opgenomen, met de bijbehorende kapitaallasten. Daar is ook aangegeven om welk type investering het gaat.

De basis van het Besluit Begroting en Verantwoording is dat alle baten en lasten in het programmaplan zijn opgenomen. Wij presenteren daarom, zoals hiervoor toegelicht, alle investeringen en het nieuw beleid en intensiveringen op de programma’s. Daarnaast zijn in de financiële begroting overzichten opgenomen, zodat u een totaalbeeld krijgt van de goed te keuren onderwerpen en bedragen.

Investeringen die het gevolg zijn van nieuw beleid en intensiveringen worden voorafgaand aan de uitvoering aan de raad voorgelegd. Dat geldt ook voor andere investeringen die geen vervanging of beheer van de openbare ruimte betreffen.