Paragraaf B Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing gaat in op de risico’s, de bijbehorende beheersmaatregelen en de mate waarin de gemeente voldoende buffer heeft om risico’s af te dekken. In de nota weerstandsvermogen en risicobeheersing (2023) is het beleid vastgelegd dat de basis vormt voor de gevolgde werkwijze.

Door de complexe samenleving, de veelzijdige gemeentelijke activiteiten en veranderingen in wet- en regelgeving lopen gemeenten veel risico’s. Risico’s zijn onvermijdelijk, maar kunnen wel worden beheerst. De gemeente beschikt over vrij aanwendbare middelen die, indien nodig, worden ingezet om tegenvallers op te vangen. De zogeheten weerstandscapaciteit.

De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door de financiële omvang van de gemeentelijke risico’s te vermenigvuldigen met de ingeschatte kans dat deze risico’s zich ook echt gaan voordoen. De verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit bepaalt of de gemeente voldoende weerstandsvermogen heeft.

Bestuurlijke informatievoorziening

Terug naar navigatie - Bestuurlijke informatievoorziening

In de belangrijkste planning en control-documenten (kadernota, begroting en jaarrekening) treft u altijd een geactualiseerd overzicht van de belangrijkste risico’s en een analyse van het weerstandsvermogen aan. Het betreft de hoofdlijnen van de risicobeheersing. Door de wetgever, de toezichthouder en de raad wordt in toenemende mate belang gehecht aan risicobeheersing.

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's

Risico inventarisatie jaarrekening 2023 (actuele risico's)
Gedurende het jaar krijgt risicobeheersing doorlopend aandacht. In het overzicht van de risico’s zijn de 10 grootste risico’s qua omvang opgenomen, waaronder ook de verzamelde risico’s van de verbonden partijen. Deze hebben direct gevolgen voor de financiën van onze gemeente. In deze jaarrekening betreft het een overzicht van de actuele risico’s, waarvoor op het moment van opstellen weerstandscapaciteit nodig is. Zo kan worden bepaald wat het actuele weerstandsvermogen is.

Risico's jaarrekening 2023
GEKWANTIFICEERDE RISICO'S S / I Max kosten bij gevolg Kans op gevolg Benodigde capaciteit
bedragen x 1.000 Beheersmaatregelen
Grondexploitaties
1. MPG2024 Bij de actualisatie van het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties (MPG) zijn meerdere risico’s met mogelijke financiële consequenties gedefinieerd en gewogen. Het aantal risico’s is toegenomen doordat de uitvoering van enkele projecten in een vervolgfase is gekomen. Doordat beter zicht is gekomen op de uitvoering kunnen de risico's ook beter worden ingeschat en kunnen gerichte beheersmaatregelen worden ingezet. I 4.236 div. 1.116 Diverse beheersmaatregelen zijn van toepassing, deze zijn per grondexploitatie geïnventariseerd.
Algemene uitkering / Middelen
2. Tijdelijk karakter Specifieke Uitkeringen (SPUK's) Diverse specifieke uitkeringen hebben een tijdelijk karakter, terwijl er structurele uitgaven mee gedekt worden. In de meerjarenraming wordt uitgegaan van voortzetting van de regelingen. Als het Rijk besluit ermee te stoppen of te minderen leidt dit tot tekorten. S 2.000 10% 200 Wanneer het Rijk een regeling wijzigt of beëindigt wordt het door de regeling gedekte takenpakket heroverwogen om het nadeel te compenseren.
Ruimtelijk domein
3. Grote projecten Buitenruimte Kosten kunnen aanzienlijk oplopen in verband met marktwerking bij aanbestedingen en tijdens de uitvoering van projecten. Ook de planning van projecten is een risico. We hebben gezien dat de prijzen en levertijden van allerlei grondstoffen en materialen stijgen. Het zijn inmiddels forse prijsstijgingen en de komende ontwikkeling is niet goed te voorzien. I 2.500 10% 250 Monitoring en waar nodig en waar mogelijk anticiperen bij opstellen meerjarenplanning herstraten en riolering. Bij de actulisatie BOR hebben we rekening gehouden met 2,5-3% index.
Sociaal Domein
4. Kosten bijstand De inkomsten van de Specifieke uitkering BUIG (Bundeling Uitkering Inkomensvoorzieningen Gemeenten) laat een grillig verloop zien. Mogelijk wijkt het definitief budget voor 2023 sterk af van het voorlopig budget BUIG en nader voorlopig budget BUIG. Dat geldt ook het voorlopig budget voor 2024. De beschikking ontvangen wij te laat om nog in de begroting 2024 te verwerken. Daarnaast hebben wij nog een taakstelling in de begroting verwerkt van 160.000 in 2024 en 235.000 vanaf 2025, waarvan de effecten nog in kaart moeten worden gebracht. De kwartiermaker is immers nog niet gestart. I 500 50% 250 Op basis van monitoring wordt bezien in hoeverre er sprake is van een toename in de zorgvraag. Een incidenteel effect kan hiermee worden opgevangen. Structurele verwerking moet plaatsvinden via een begrotingswijziging 2023 op een later moment.
5. Gemeenschappelijke regeling Jeugdhulp Rijnmond Er zijn verschillende ontwikkelingen binnen de GRJR die gevolgen kunnen hebben voor de exploitatie. Eén daarvan is dat in de begroting 2024 rekening is gehouden met de gevolgen van de Begrotingswijziging 2024 van de GRJR (besluitvorming volgt nog in AB van april 2024). Mogelijk doen zich echter toch nog andere onvoorziene ontwikkelingen voor die kunnen leiden tot hogere kosten in 2024. I 700 25% 175 Er vindt monitoring plaats. Eventuele afwijkingen worden meegenomen in een begrotingswijziging en zo nodig structureel verwerkt.
6. Gemeenschappelijke regeling Jeugdhulp Rijnmond Er zijn verschillende ontwikkelingen binnen de GRJR die gevolgen kunnen hebben voor de exploitatie. Eén daarvan is dat vanaf 2025 in onze begroting structureel rekening is gehouden met een taakstelling van totaal € 425.000 op jeugdzorg. In relatie tot de stijging van de bijdrage aan de GRJR hebben wij vanaf 2025 een stelpost van 50% (€ 425.000) opgenomen voor verwachte kostendaling en/of compensatie van het Rijk. S 425 50% 213 Er wordt gewerkt aan maatregelen om de taakstelling in te vullen vanaf 2025. Wanneer de maatregelen onvoldoende blijken wordt de begroting structureel bijgesteld via een begrotingswijziging.
7. Open einde regelingen irt stijgende vraag naar zorg Er is (landelijk) sprake van een stijgende vraag naar zorg. Dit heeft effect op zowel de lokale als de regionale budgetten voor jeugdzorg en Wmo. S 400 50% 200 Effecten van vergrijzing en de gevolgen van het abonnementstarief met betrekking tot vervoersvoorzieningen en woningaanpassingen worden meegenomen in de reële raming van de begroting. Op basis van monitoring wordt bezien in hoeverre er sprake is van een toename in de zorgvraag. Een incidenteel effect kan hiermee worden opgevangen. Structurele verwerking moet plaatsvinden via een begrotingswijziging 2024 op een later moment.
8. Voorschot mandaatgemeente Rotterdam m.b.t. Nieuwe Specifieke uitkering Integraal Zorgakkoord De gemeente Rotterdam heeft als mandaatgemeente voor onze regio een specifieke uitkering integraal Zorgakkoord ontvangen. Op basis van het vastgestelde regioplan hebben wij een voorschot ontvangen in 2023 van 1,2 miljoen. Wij verantwoorden in onze jaarrekening 2023 de bestedingen. Vervolgens neemt de mandaatgemeente Rotterdam in haar SISA-verklaring bij de jaarrekening 2024 onze bestedingen 2023 mee in de verantwoording. Een accountantstoets op onze bestedingen moet nog plaatsvinden. Daarnaast vindt de vaststelling over 2023 door het Rijk pas plaats op basis van de SISA-verantwoording van de mandaatgemeente in 2024. het risiso bestaat dat we een deel van het voorschot moeten terugbetalen. S 1.200 25% 300 Afhankelijk van de bevindingen van onze accountant in de SISA verantwoording 2023 en de toets van het Rijk op de SISA verantwoording van de mandaatgemeente Rotterdam in 2024, bestaat de kans dat een deel van het ontvangen voorschot moet worden terugbetaald.
Overhead
9. Cao gemeenten Onduidelijk is welke effecten de CAO onderhandelingen voor de cao per 31 maart 2025 hebben voor de gemeente. Denk aan de gevolgen voor de loonkosten, alsook kosten voor hybride werken en duurzaam verplaatsen. S 300 75% 225
Verbonden partijen
10. Risico's die geheel of gedeeltelijk afgewend kunnen worden op de gemeente (verbonden partijen). I - -
Overige risico's
Risico's die niet binnen de top 10 vallen. I/S 5.075 div. 1.551
TOTAAL 17.336 4.480

Terugblik risico's

Terug naar navigatie - Terugblik risico's

Met het vaststellen van de nota weerstandsvermogen en risicomanagement is afgesproken om bij de jaarrekening ook een terugblik te doen op de risico top 10 zoals opgenomen in de begroting, in dit geval dus de begroting 2023. 

Terugblik risico's begroting 2023
GEKWANTIFICEERDE RISICO'S S / I Begroting 2023 Jaarrekening 2023
bedragen x 1.000
1. Grondexploitaties
Bijstelling o.b.v. MPG 2023 naar € 1.430 mln. I 540 1.116
2. Algemene uitkering / Middelen
Loon- en prijsontwikkeling: Dit risico was opgenomen op basis van de ongebruikelijke ontwikkeling van lonen en prijzen vanaf begin 2022. Inmiddels is de inflatie weer op een stabiel niveau. Dit risico is daarmee overbodig geworden, hoewel met name loonontwikkeling in de zorg nog voor forse verschillen kan zorgen. S 500 -
Renteontwikkeling Dit risico betrof de verwachte rentestijgingen die tot hogere rentelasten op nieuw af te sluiten leningen konden leiden. Om dit risico te beperken is begin 2023 een lening afgesloten tegen een relatief gunstig percentage. Het risico blijft echter ook de komende jaren aanwezig, gezien de omvang van het investeringsprogramma, de daarvoor benodigde financiering en de aanhoudende onzekerheid over de rente ontwikkeling, vooral op langere termijn. S 150 150
3. Bedrijfsvoering
CAO De Cao 2024 is verwerkt in de begroting 2024. Deze Cao loopt door t/m 31 maart 2025. Onduidelijk is welke effecten de CAO onderhandelingen voor de cao per 31 maart 2025 hebben voor de gemeente. Denk aan de gevolgen voor de loonkosten, alsook kosten voor hybride werken en duurzaam verplaatsen. S 150 225
Formatie en flexibele schil De gemeente beweegt zich in een omgeving die voortdurend verandert door technologische ontwikkelingen en verandering van gemeentelijke taken. Er is weinig flexibele capaciteit en (financiele) ruimte beschikbaar. Onduidelijk is welke kosten het wendbaar en duurzaam inzetbaar houden van medewerkers met zich mee brengt. S 100 100
4. Ruimtelijk domein
Grote projecten Buitenruimte Kosten kunnen aanzienlijk oplopen in verband met marktwerking bij aanbestedingen en tijdens de uitvoering van projecten. Ook de planning van projecten is een risico. We hebben gezien dat de prijzen en levertijden van allerlei grondstoffen en materialen blijven stijgen. Het zijn inmiddels forse prijsstijgingen en de komende ontwikkeling is niet goed te voorzien. I 300 250
Omgevingswet De Omgevingswet vormt de (nieuwe) basis voor een samenhangende benadering van de ‘fysieke’ woon- en leefomgeving. Om de samenhangende benadering verder vorm te geven bevat de wet (nieuwe) instrumenten zoals de Omgevingsvisie, het Omgevingsplan en het Programma. Gemeenten dragen hun eigen invoeringskosten, waaronder investeringen in digitale middelen, veranderkosten, coördinatie en invoeringskosten. Hiervoor zijn in de begroting nog geen extra (incidentele) middelen opgenomen. I 150 -
5. GR Jeugdhulp Rijnmond
Kostenontwikkeling: De vlaktakssystematiek is afgeschaft per 01-01-2023. Via begrotingswijzigingen bent u geïnformeerd over de afwikkeling van de genoemde risico’s, door de hoogte van de budgetten hierop aan te passen. Het hieraan gekoppelde risico kan dan ook vervallen. In de begrotingswijziging van december 2023 hebben wij zelfs al geanticipeerd op de prognose voor 2023 opgenomen in de 2e Burap 2023 van de GRJR. De nadelige gevolgen van € 850.000 zijn hiermee verwerkt. We proberen op deze wijze om een zo realistisch/ actueel mogelijke begroting te presenteren. Hiervoor is geen begrotingswijziging meer aangeleverd door de GRJR. I/S 200 -
Wachtlijstproblematiek: De GRJR heeft in 2023 geen apart budget meer opgenomen voor het wegwerken van wachtlijsten. De financiële gevolgen zijn onderdeel geworden van de reguliere exploitatie. Het risico is hiermee vervallen. I 100 -
Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling: De gevolgen van de OVA index zijn inmiddels meerjarig verwerkt in de begroting. Door aanpassing van de systematiek bij het opstellen van de begroting en bijbehorende begrotingswijzigingen door de GRJR wordt de OVA index voor het huidige begrotingsjaar en komende jaren nu tijdig bijgesteld. Het risico kan daarmee vervallen. I 150 -
Inkoopsystematiek: De nieuwe inkoopsystematiek is van start gegaan. De effecten hiervan en de bijbehorende kosten zijn onderdeel van de reguliere exploitatie van de GRJR. Het risico kan daarmee vervallen. S 50 -
6. Implementatie nieuwe taken Sociaal Domein
Woonplaatsbeginsel: Inmiddels zijn de gevolgen van het woonplaatsbeginsel verwerkt. De overgang heeft niet geleidt tot onvoorziene extra kosten. Het risico kan dan ook vervallen. Beschermd wonen, en inburgering: In 2023 is er sprake geweest van meer trajecten met betrekking tot onderwijs- en taalroutes dan verwacht. Het risico op meerkosten dan dat we via de specifieke uitkeringen Wet Inburgering en Onderwijsroutes ontvangen blijft bestaan. Voor wat betreft Beschermd wonen blijft het risico bestaan. Er is nog niet inzichtelijk hoeveel budget de gemeente ontvangt voor de uitvoering van de taken. Wederom is sprake van uitstel in de overheveling van taken van de centrumgemeente naar lokale gemeenten. De termijn is vooralsnog verschoven naar 01-01-2025. I 150 10
7. Wmo verordening
In 2023 bleef dit risico ongewijzigd. De consequenties van de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep d.d. 20 februari 2024 zijn gecommuniceerd via een raadsinformatiebrief. Geconcludeerd is dat wij niet langer kunnen doorgaan met het hanteren van een inkomenstoets voor de maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden. De financiële gevolgen hiervan worden verwerkt via een wijziging van de begroting 2024. I 250 125
8. Bijstand
BUIG: Het risico over 2023 is zoveel mogelijk ondervangen door bijstelling van de begroting 2023. Echter blijkt dat de realisatie nadelig is uitgevallen. Dit risico doet zich jaarlijks voor. S 150 250
9. REMU-claim
De Remu-claim is afgewikkeld en heeft niet geleid tot een verplichting voor de voormalige Eneco-gemeenten. I 100 -
10. Risico's verbonden partijen
Risico's die geheel of gedeeltelijk afgewend kunnen worden op de gemeente (verbonden partijen). I 97 -

Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit betreft de middelen waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten te dekken. In hoofdzaak bestaat de weerstandscapaciteit uit drie onderdelen:

•  reserves (eigen vermogen)
•  onbenutte belastingcapaciteit
•  onvoorzien

Reserves
Van de reserves worden de algemene reserve, de algemene reserve grondexploitatie, de algemene reserve begrotingstekorten, de vrije reserve en de bestemmingsreserves tot de weerstandscapaciteit gerekend. Van de bestemmingsreserves wordt met name het deel dat verband houdt met benoemde risico’s of nog vrij besteedbaar is meegeteld. Dat wil zeggen dat de benodigde reservemiddelen voor reeds genomen besluiten in principe niet meetellen voor de weerstandscapaciteit.

De algemene reserve heeft als hoofdfunctie het vormen van een buffer vanwege risico’s. In de Nota Reserves en Voorzieningen (raad 30 maart 2023) is vastgelegd dat de algemene reserve een omvang heeft tussen 5% en 10% van het begrotingsvolume. Wanneer het saldo meer dan 10% is, wordt het meerdere naar de vrije reserve overgeheveld. De vrije reserve wordt omgekeerd ook aangesproken wanneer de algemene reserve door de bodem (5%) zakt.

Per 31 december 2023 bedraagt de algemene reserve € 6,8 miljoen en valt daarmee binnen de bandbreedte.

Wanneer bestemmingsreserves een rechtstreekse relatie met benoemde risico’s hebben worden deze reserves eveneens meegeteld als weerstandsvermogen.

Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit heeft betrekking op de vier belangrijkste eigen inkomsten van de gemeente, te weten de OZB, de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de leges (voor zover deze niet al ‘maximaal’ of kostendekkend zijn).

De Onroerend Zaakbelasting is in Krimpen niet gemaximeerd en biedt dus in principe ruimte. Een belangrijk standpunt van de raad en het college is echter dat lastenstijging voor de burger zoveel mogelijk wordt beperkt. Het rekenen met onbenutte belastingmogelijkheden past niet in dat beeld. Daarom is de onbenutte belastingcapaciteit vanwege de OZB op € 0 gesteld. De afvalstoffenheffing en de rioolheffing zijn in Krimpen aan den IJssel 100% kostendekkend. Op deze heffingen is dus geen sprake van onbenutte ruimte.

De onderdekking op de totale leges die de gemeente in rekening brengt is niet eenvoudig in beeld te brengen. Het legespakket is zeer divers en er is nauwelijks op de opbrengsten te sturen. Ook voor dit onderdeel wordt daarom geen onbenutte ruimte meegerekend. Evenmin gebeurt dat voor de begraafrechten, de markt- en havengelden. In de paragraaf lokale heffingen wordt op de kostentoerekening en kostendekkendheid van tarieven ingegaan.

Post onvoorziene lasten en saldo begroting
In de begroting wordt een verplichte post voor onvoorziene lasten opgenomen. De omvang van deze post bedraagt €0, conform de Financiële Verordening (artikel 4.2). Het saldo van het jaar 2023 maakt eveneens onderdeel uit van de weerstandscapaciteit.

Berekening weerstandscapaciteit
Op basis van de driedeling die hiervoor is toegelicht is het volgende overzicht van de weerstandscapaciteit opgesteld:

Weerstandscapaciteit 2023
Reserves
Algemene reserve – algemene dienst 5.663
Algemene reserve – grondexploitatie 3.478
Algemene reserve – begrotingstekorten 4.000
Vrije reserve (vrij besteedbaar deel) 270
Subtotaal 13.410
Onbenutte belastingcapaciteit
OZB pm
Rioolrechten
Afvalstoffenheffing
Leges en andere heffingen pm
Subtotaal
Onvoorzien en saldo
Onvoorzien
Saldo rekening 2023 6.685
Saldo begroting 2024 307
Subtotaal 6.992
Totale weerstandscapaciteit 20.402

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Voor de bepaling van het weerstandsvermogen zetten we het totaal aan beschikbare vrije middelen af tegen het totaal aan gekwantificeerde risico’s.

Daarmee is het weerstandsvermogen met 4,55 uitstekend. Bij de begroting 2023 bedroeg de ratio 5,01 en bij de begroting 2024 was deze 3,95. De lichte daling van de ratio komt voornamelijk door hoger risicoprofiel bij de grondexploitaties.

Volgens de nota risicomanagement en weerstandsvermogen is een ratio van minimaal 1,0 acceptabel. Daar zit het nu berekende weerstandsvermogen dus fors boven. De kaders van de algemene reserve:
- Ondergrens is 5% omvang lasten begroting (2024) = 5,42 mln. (of als weerstandsratio onder 1,0 komt)
- Bovengrens is 10% omvang lasten begroting (2024) = 10,85 mln.

De stand van de algemene reserve valt met 6,8 mln. binnen deze kaders, er is geen storting naar of onttrekking van de vrije reserve nodig.

Berekening weerstandsvermogen 2023
Beschikbare weerstandscapaciteit 20.402
Benodigde weerstandscapaciteit 4.480
Weerstandsvermogen 4,55

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

In planning en control documenten wordt altijd aandacht besteed aan de financiële positie. Bij de beoordeling van de financiële positie wordt met de set verplichte kengetallen het inzicht in de financiële positie en de toekomstbestendigheid verbeterd. De kengetallen zijn niet genormeerd, maar vooral bedoeld om de financiële positie voor raadsleden inzichtelijker te maken. Hieronder volgt een korte toelichting op de (berekening van de) kengetallen, een tabel met (meerjarige) uitkomsten en een beoordeling van de onderlinge verhouding in relatie tot de financiële positie.

Netto schuldquote
Deze quote drukt de schulden van de gemeente uit als aandeel van de totale baten in een jaar. Hiermee wordt een indicatie gegeven van de druk vanwege rente en aflossing op de begroting. Omdat de gemeente ook geld doorleent wordt dit kengetal tevens berekend zonder (correctie) verstrekte leningen. De ontwikkeling van de schuldquote wordt beoordeeld met behulp van de daarvoor ontwikkelde scan van de VNG.

Solvabiliteitsratio
Deze ratio betreft de verhouding tussen het eigen vermogen (reserves) en het totale vermogen. De uitkomst geeft aan in hoeverre de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Een hogere ratio duidt op een grotere weerbaarheid.

Grondexploitatie
De ratio voor grondexploitatie wordt berekend door de balanswaarde van de grondposities te delen door het totaal van de jaarlijkse baten. Een hoge uitkomst geeft de indicatie dat de gemeente veel risico loopt wanneer de ontwikkeling van de grondposities achterblijft.

Structurele exploitatieruimte
De begroting dient structureel in evenwicht te zijn. Dit houdt in dat de structurele lasten kunnen worden gedragen door de structurele baten. De indicator structurele begrotingsruimte drukt het structurele saldo uit als aandeel van de totale baten. De uitkomst dient uiteraard positief te zijn en geeft een indicatie van mate waarin de gemeente nog structurele financiële ruimte heeft.

Belastingcapaciteit
Het kengetal belastingcapaciteit bestaat uit een berekening van de totale gemeentelijke woonlasten voor een gezin bij gemiddelde WOZ-waarde, afgezet tegen het landelijk gemiddelde van het voorgaande jaar. De lokale uitkomst geeft aan in hoeverre (positief of negatief) van het gemiddelde wordt afgeweken en geeft dus tevens een indicatie van de wendbaarheid van de begroting door inzet van belastingverhoging als dekkingsmiddel.

Hoewel zoals hiervoor opgemerkt geen normering is vastgesteld, wordt vaak gebruik gemaakt van de volgende signaleringswaarden:

Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C
1.a Netto schuldquote zonder correctie doorgeleende gelden < 90% 90 - 130% > 130%
1.b Netto schuldquote met correctie doorgeleende gelden < 90% 90 - 130% > 130%

2. Solvabiliteitsratio

> 50% 20 - 50% < 20%
3. Grondexploitatie < 20% 20 - 35% > 35%
4. Structurele exploitatieruimte > 0,2% 0 - 0,2% < 0%
5. Belastingcapaciteit < 95% 95 - 105% > 105%

Hierbij geldt dat Categorie A het minst risicovol is en Categorie C het meest. Daarbij is van belang dat de kengetallen vooral in samenhang met elkaar moeten worden beoordeeld.

Duiding uitkomsten kengetallen

Terug naar navigatie - Duiding uitkomsten kengetallen

In de berekeningen van de kengetallen wordt er gebruik gemaakt van balansstanden. Voor de begrotingsjaren wordt er uitgegaan van balansstanden per 1-1 van het betreffende jaar. Voor de jaarrekening 2023 is gebruik gemaakt van de balansstanden per 31-12-2023. In de tabel zijn de kleuren gebruikt uit de tabel met signaleringswaarden.

Kengetallen Rekening 2022 Begroting 2023 Rekening 2023
Netto schuldquote 37,58% 60,20% 40,27%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen 25,29% 46,55% 27,60%
Solvabiliteitsratio 46,47% 38,65% 42,31%
Structurele exploitatieruimte 5,48% 1,10% 2,08%
Grondexploitatie 7,80% 5,54% 8,09%
Belastingcapaciteit 117,25% 119,03% 122,01%

Netto schuldquote
De netto schuldquote is licht gestegen, maar veel lager dan in de begroting 2023. Begin 2023 is een lening afgesloten waarmee vanwege de stijgende rente vooruit werd gelopen op verwachte grote uitgaven. Omdat sprake is van vertraging in de uitvoering van een aantal grote projecten is eind 2023 nog sprake van een liquiditeitsoverschot. De schuldquote is daardoor lager dan verwacht, maar zal de komende jaren stijgen.

Solvabiliteitsratio
De solvabiliteit is nog steeds goed mede door de Enecoverkoop en de positieve rekeningresultaten. Door de inzet van reserves zal de solvabiliteit de komende jaren waarschijnlijk licht dalen. 

Structurele exploitatieruimte
Voor de jaarrekening in 2023 is de structurele exploitatieruimte opnieuw positief. De voornaamste oorzaak zijn de hogere ontvangsten uit het gemeentefonds, bij de mei- en septembercirculaire. Bovendien blijken de ambities hier en daar te groot in relatie tot de uitvoeringskracht en lopen plannen vanwege de complexiteit vertraging op.

Grondexploitatie
De grondexploitatie quote is licht gestegen omdat de grondoverdracht van met name het project Centrum-Zuid nog niet in 2023 heeft plaatsgevonden.
 Door de overwegend faciliterende rol van de gemeente blijft dit kengetal echter relatief laag en kan worden gesteld dat de gemeente weinig risico loopt op de grondposities. De prognoses en risico’s van de grondexploitaties zijn in het MeerjarenPerspectief Grondexploitaties geanalyseerd en toegelicht.

Belastingcapaciteit
Het kengetal belastingcapaciteit is in 2023 licht toegenomen ten opzichte van het landelijke gemiddelde. De lokale lastendruk blijft onverminderd hoog en wordt vooral veroorzaakt door de afvalstoffen- en rioolheffing.

Conclusie kengetallen
De samenhang en ontwikkeling van de kengetallen zeggen meer dan de absolute uitkomsten.

Het totaalbeeld van 2023 is dat de waarden van kengetallen niet ingrijpend zijn gewijzigd. Krimpen aan den IJssel heeft een gezonde financiële positie, met lage schulden, positieve rekeningresultaten en voldoende reserves. Op de grondposities wordt relatief weinig risico gelopen. Daar staat tegenover dat belastingverhoging als middel om structurele tekorten verder terug te dringen nog maar zeer beperkt inzetbaar is.