Paragraaf D Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De paragraaf financiering is bedoeld voor transparantie van de treasuryfunctie (financiering) van decentrale overheden. In deze paragraaf zetten we zo duidelijk mogelijk de plannen, feiten en visie over de financiering op een rij.

De Wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO) schept een duidelijk kader voor de treasuryfunctie, levert een bijdrage aan de kredietwaardigheid van de openbare lichamen en bevordert de transparantie van de treasuryfunctie. Deze wet introduceert twee instrumenten op het gebied van de treasuryfunctie:
1.  Het treasurystatuut
2.  De financieringsparagraaf

In het treasurystatuut 2021 zijn de doelstellingen van het treasurybeleid opgenomen. Het tweede instrument, de financieringsparagraaf, heeft als doel inzicht te geven in de algemene interne en externe ontwikkelingen die van belang zijn voor de treasury. Ook geeft het inzicht in de concrete plannen op het gebied van risicobeheer, financieringspositie en leningen- en uitzettingenportefeuille.

Risicobeheersing

Terug naar navigatie - Risicobeheersing

Risicobeheersing is een belangrijk onderdeel van de Wet FIDO. Voor onze gemeente gaat het daarbij met name om het renterisico en het kredietrisico. De behoefte aan risicobeheersing is toegenomen door de toename van voorgenomen en recent uitgevoerde grote investeringen. Daarnaast kan een informatierisico worden benoemd. Dat is het risico dat relevante informatie niet tijdig of volledig beschikbaar is voor de treasuryfunctie.

Rentevisie en rentekosten

Terug naar navigatie - Rentevisie en rentekosten

De grote algemene banken en de banken voor de publieke sector (waaronder onze ‘huisbank’ BNG) houden de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt nauwlettend in de gaten. Wij volgen wij de rentevisie van de BNG en betrekken die bij de planning voor het aantrekken van financiering op het meest gunstige moment in relatie tot de financieringsbehoefte van de gemeente. Op het gebied van beleggingen en leningen zijn de afgelopen jaren verschillende besluiten genomen, waardoor de mogelijkheden voor gemeenten om zich  ‘vrij’ op de kapitaalmarkt te begeven zijn ingeperkt. 

Rentetoerekening

Terug naar navigatie - Rentetoerekening

Conform het besluit begroting en verantwoording (BBV) is toerekening van rentelasten aan de programma's verplicht. Hieronder wordt schematisch het renteresultaat weergegeven:

Voor de toerekening van rente aan de grondexploitaties wordt een percentage berekend: het gemiddelde rentepercentage van de leningenportefeuille vermenigvuldigd met de debt ratio (de verhouding vreemd vermogen / totaal vermogen). De uitkomst van deze berekening voor 2024 is 1,5%.

Het zogenaamde rente-omslagpercentage wordt gebruikt om tot een verdeling van de (resterende) rente over de programma’s te komen. Het saldo van rentelasten en baten wordt daarvoor gedeeld op het totaal van de vaste activa. De uitkomst mag binnen een bandbreedte van 0,5% worden afgerond. Hiermee wordt een jaarlijkse wijziging van het percentage voorkomen. Bij de begroting 2024 is het percentage vastgesteld op 1%. Dit percentage wordt berekend over de boekwaarden van de activa en verantwoord op de programma’s waar deze activa onderdeel van uitmaken.  

De ontvangen rentebaten uit schatkistbankieren waren veel hoger dan afgelopen jaren. Dit wordt veroorzaakt door een relatief hoge rente in combinatie met een gunstiger verloop van het liquiditeitssaldo dan waarmee bij het opstellen van de begroting 2024 rekening werd gehouden. 

Het verschil op de door te berekenen netto rentelasten is groter dan 25%. Daarom moet de rentetoerekening op basis van nacalculatie worden aangepast.  Het omslagpercentage op basis van nacalculatie bedraagt 0,25%. 

Hieronder het renteschema dat behoort bij deze berekening. 

Renteschema 2024
Begroting 2024
Rekening 2024
Externe rentelasten over korte en lange financiering
1.220
1.222
Externe rentebaten
-/-
282
-/-
849
Totaal door te rekenen externe rente
938
373
Rente die aan grexen moet worden doorberekend
-/-
143
-/-
143
Rente die wordt doorberekend ogv projectfinanciering
-/-
-/-
Saldo door te rekenen externe rente
795
231
Werkelijk aan taakvelden toegerekende rente
-/-
979
-/-
238
Renteresultaat op taakveld treasury
-184
-8

Renterisico

Terug naar navigatie - Renterisico

De Wet FIDO verplicht de kasgeldlimiet en de renterisiconorm in beeld te brengen. De provincie gebruikt deze bij het uitoefenen van haar toezichthoudende functie. De kasgeldlimiet betreft het renterisico van de vlottende schuld, terwijl de renterisiconorm het renterisico van de langlopende schuld betreft.

De wettelijk vastgestelde renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal.

Berekening renterisico gemeente Krimpen aan den IJssel:

Renterisiconorm
2024
1. Renteherziening op vaste schuld o/g
2. Te betalen aflossingen
3.048
3. Renterisico op vaste schuld (1+ 2)
3.048
Berekening rente risiconorm
4. Begrotingstotaal (excl. reservemutaties)
106.456
5. Percentage regeling
20%
Toets renterisiconorm
6. Renterisiconorm (4 * 5)
21.291
7. Renterisico op vaste schuld (1+ 2)
3.048
Ruimte onder rente risiconorm (6 - 7)
18.243

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

Voor het bepalen van de liquiditeitspositie - dit is de mate waarin op korte termijn aan de opeisbare verplichtingen kan worden voldaan - is de zogenaamde kasgeldlimiet belangrijk. Dit is het bedrag dat maximaal als kasgeld mag worden opgenomen. Dit bedrag wordt berekend door middel van een door het ministerie van Financiën vastgesteld percentage, vermenigvuldigd met het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar.

Berekening kasgeldlimiet gemeente Krimpen aan den IJssel:

Kasgeldlimiet
2024
Omvang begrotingstotaal (lasten) per 1 januari 2024
106.456
Toegestane kasgeldlimiet
- in procenten van de grondslag
8,5%
- in bedrag
9.049
Omvang vlottende korte schuld (+/+)
Opgenomen gelden < 1 jaar
Schuld in rekening courant
Gestorte gelden door derden < 1 jaar
19
Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld
Vlottende middelen (-/-)
Contante gelden
9
Tegoeden in rekening courant
2
Overige uitstaande gelden <1 jaar
19.537
Toets kasgeldlimiet
Totaal netto vlottende schuld
-19.529
Toegestane kasgeldlimiet
9.049
Ruimte (+) / overschrijding (-)
28.578

Kredietrisico

Terug naar navigatie - Kredietrisico

Naast het renterisico loopt de gemeente ook nog risico bij het zelf verstrekken van gelden. Afhankelijk van het type instelling kan een zeker risico worden bepaald.

In de onderstaande tabel zijn de verstrekte gelden gegroepeerd naar de onderscheiden risicogroepen.

Kredietrisico op verstrekte gelden
Met/zonder (hyp.) zekerheid
Restant Schuld per 1-1-2024
%
Woningcorporaties met garantie WSW
Met (50%)
97
1%
Hypotheekverstrekkingen aan ambtenaren
Met
7.368
58%
Overige toegestane instellingen volgens treasurystatuut
Zonder
5.140
41%
Totaal
12.605
100%

Financieringspositie

Terug naar navigatie - Financieringspositie

De financiering van de gemeentelijke activiteiten vindt plaats op basis van 'totaalfinanciering'. Dit betekent dat we op basis van de liquiditeitspositie bepalen of leningen moeten worden aangetrokken. Projectfinanciering passen we dan ook in principe niet toe.

Leningenportefeuille
De volgende tabel geeft inzicht in de samenstelling, de grootte en de rentegevoeligheid van de opgenomen leningen.

De mutaties voor 2024 zijn:

Mutaties in leningenportefeuille
Bedrag
Gemiddelde rente
Stand per 1 januari 2023
55.743
2,23%
Nieuwe leningen
Reguliere aflossingen
-3.048
Vervroegde aflossingen
Stand per 31 december 2023
52.695
2,21%

Uitzetten en aantrekken

Terug naar navigatie - Uitzetten en aantrekken

De verplichting tot schatkistbankieren beperkt de mogelijkheden om overtollige liquide middelen uit te zetten. Voor 2024 bedraagt de drempel 2% van het begrotingstotaal met een ondergrens van € 1 miljoen.
De gemeente maakt gebruik van zero-balancing. Dit betekent dat het saldo op de bankrekening bij de BNG aan het eind van de dag automatisch wordt afgeroomd of aangevuld tot nul.